De PRODUCT-functie in Excel vermenigvuldigt alle getallen die als argumenten worden opgegeven en retourneert het product. Het is een eenvoudige manier om het resultaat van een reeks vermenigvuldigingen te berekenen zonder de operator * herhaaldelijk te hoeven gebruiken.
Syntaxis:
`PRODUCT(getal1, [getal2], ...)`
* nummer1: Dit is de eerste getal- of celverwijzing die wordt vermenigvuldigd. Het is vereist.
* [getal2], ...: Dit zijn optionele extra getallen of celverwijzingen die in de vermenigvuldiging moeten worden opgenomen. Je kunt er zoveel toevoegen als je nodig hebt.
Voorbeelden:
* `=PRODUCT(2, 3, 4)` retourneert 24 (2 * 3 * 4)
* `=PRODUCT(A1:A5)` retourneert het product van de getallen in de cellen A1 tot en met A5.
* `=PRODUCT(B2, C2, 10)` retourneert het product van de getallen in de cellen B2 en C2 vermenigvuldigd met 10.
* `=PRODUCT(10, 5, A1, B1)` retourneert het product van 10, 5, de waarde in A1 en de waarde in B1.
Belangrijke opmerkingen:
* Argumenten kunnen getallen, celverwijzingen of bereiken met getallen zijn.
* Tekstwaarden en lege cellen binnen een bereik worden genegeerd.
* Als een argument een niet-numerieke waarde is (behalve lege cellen of tekst), retourneert de functie een fout (#VALUE!).
De PRODUCT-functie is een beknopt alternatief voor het handmatig typen van meerdere vermenigvuldigingsbewerkingen, vooral handig bij het werken met lange lijsten met getallen of celbereiken. |