Software verwijst naar de reeks instructies, gegevens of programma's die een computer vertellen wat hij moet doen. Het is de immateriële tegenhanger van hardware (de fysieke componenten van een computer). Software zorgt ervoor dat de hardware specifieke taken kan uitvoeren, variërend van eenvoudige berekeningen tot complexe simulaties en interacties.
Dit omvat een breed scala aan zaken, zoals:
* Besturingssystemen (OS): Zoals Windows, macOS, Linux, iOS en Android. Deze beheren de bronnen van de computer en bieden een platform waarop andere software kan worden uitgevoerd.
* Toepassingen: Programma's die zijn ontworpen om specifieke taken voor gebruikers uit te voeren, zoals tekstverwerkers (Microsoft Word), spreadsheets (Excel), webbrowsers (Chrome, Firefox), games en fotobewerkingssoftware.
* Programmeertalen: Hulpmiddelen die worden gebruikt om software te maken. Voorbeelden hiervan zijn Python, Java, C++, JavaScript, enz.
* Stuurprogramma's: Software waarmee de computer kan communiceren met hardwareapparaten (printers, toetsenborden, grafische kaarten).
* Firmware: Software ingebed in hardwareapparaten, vaak niet-vluchtig en vooraf geïnstalleerd, die basisfuncties bestuurt. Dit kun je vinden in zaken als je router, wasmachine of zelfs je magnetron.
* Databases: Softwaresystemen die worden gebruikt om grote hoeveelheden gegevens te organiseren en beheren.
In wezen is software het brein achter de werking van de computer, waardoor we met de mogelijkheden ervan kunnen communiceren en deze kunnen benutten. |