Een batchbestand (meestal met de extensie `.bat` of `.cmd` in Windows) is een eenvoudig script dat een reeks opdrachten bevat die moeten worden uitgevoerd door de opdrachtinterpreter (zoals `cmd.exe`). De term "intern of extern commando-bedienbaar programmabatchbestand" verwijst naar het feit dat een batchbestand beide kan gebruiken:
* Interne opdrachten: Dit zijn opdrachten die rechtstreeks in de opdrachtinterpreter zelf zijn ingebouwd. Ze zijn altijd beschikbaar zonder dat u een afzonderlijk uitvoerbaar bestand hoeft te zoeken. Voorbeelden hiervan zijn `dir` (om de inhoud van mappen weer te geven), `copy` (om bestanden te kopiëren), `cd` (om van map te veranderen), `echo` (om tekst weer te geven) en `del` (om bestanden te verwijderen).
* Externe opdrachten: Dit zijn opdrachten die zich als afzonderlijke uitvoerbare bestanden (`.exe`, `.com`, `.bat`, etc.) op uw systeem bevinden. De opdrachtinterpreter moet deze bestanden vinden en laden om ze uit te voeren. Voorbeelden hiervan zijn programma's als `ping` (om de netwerkconnectiviteit te testen), `notepad` (de teksteditor) of elk ander uitvoerbaar programma dat op uw systeem is geïnstalleerd.
Daarom kan een batchbestand zowel interne als externe opdrachten combineren om een reeks taken te automatiseren. Een batchbestand kan bijvoorbeeld:
1. Gebruik `cd` (intern) om naar een specifieke map te gaan.
2. Gebruik `dir` (intern) om de bestanden in die map weer te geven.
3. Gebruik `copy` (intern) om een bestand te kopiëren.
4. Gebruik `ping` (extern) om de netwerkconnectiviteit met een specifieke server te testen.
5. Gebruik `notepad` (extern) om een tekstbestand te openen.
De kracht van een batchbestand ligt in de mogelijkheid om deze commando's aan elkaar te koppelen, waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van voorwaardelijke instructies (zoals `if`) en lussen (zoals `for`) om complexere automatisering te creëren. De term "bruikbaar" betekent eenvoudigweg dat de opdrachten in het batchbestand met succes kunnen worden uitgevoerd. |