Videosystemen kunnen op verschillende manieren worden gecategoriseerd, afhankelijk van de aspecten waarop u zich concentreert. Hier zijn enkele belangrijke verschillen:
1. Op signaaltype:
* Analoog: Deze systemen zenden videosignalen uit als continue golven. Oudere technologieën zoals VHS, Betamax en analoge kabel-tv zijn voorbeelden. Gevoelig voor signaalverslechtering over afstand en tijd.
* Digitaal: Deze systemen verzenden videosignalen als discrete digitale gegevens. Moderne systemen zoals Blu-ray, streamingdiensten (Netflix, YouTube) en digitale kabel-tv zijn voorbeelden. Biedt superieure kwaliteit en is minder gevoelig voor signaalverslechtering.
2. Op resolutie en formaat:
* Standaarddefinitie (SD): Lagere resolutie, doorgaans 480i of 576i (geïnterlinieerde) lijnen. Oudere tv-uitzendingen en dvd's zijn voorbeelden.
* Verbeterde definitie (ED): Een overgangsformaat dat een iets betere resolutie biedt dan SD, maar lager dan HD. Nu minder gebruikelijk.
* Hoge definitie (HD): Aanzienlijk hogere resolutie dan SD, doorgaans 720p (progressieve scan) of 1080p (progressieve scan). Blu-ray-schijven, veel HDTV-uitzendingen en streamingdiensten maken hier vaak gebruik van.
* Ultra High Definition (UHD) of 4K: Nog hogere resolutie dan HD, doorgaans 3840 x 2160 pixels. 4K Blu-ray-schijven, 4K-streamingdiensten en sommige nieuwere tv's maken hiervan gebruik.
* 8K: De hoogste resolutie die momenteel overal verkrijgbaar is, met nog meer details dan 4K. Nog relatief nieuw en minder gebruikelijk.
3. Op aanvraag:
* Televisie uitzenden: Systemen die worden gebruikt voor het verzenden van videosignalen via de ether of via de kabel.
* Beveiligingssystemen (CCTV): Systemen die worden gebruikt voor bewaking, waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van analoge of IP-camera's.
* Videoconferenties: Systemen ontworpen voor realtime communicatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van video en audio.
* Film/bioscoop: Systemen die worden gebruikt voor het opnemen en weergeven van films in theaters of op thuismedia.
* Streamingplatforms: Onlinediensten die video-inhoud op aanvraag leveren.
* Medische beeldvorming: Gespecialiseerde systemen die worden gebruikt voor het vastleggen en weergeven van medische beelden.
4. Per opnamemedium:
* Magnetische tape: VHS, Betamax, Betacam SP, etc. (grotendeels verouderd voor consumentengebruik)
* Optische schijven: Dvd's, Blu-ray-schijven, enz.
* Harde schijven (HDD's): Gebruikt voor het opnemen en opslaan van video op computers en DVR's.
* Solid State Drives (SSD's): Wordt steeds gebruikelijker voor het opnemen en opslaan van video en biedt hogere snelheden en verbeterde duurzaamheid.
* Cloudopslag: Videogegevens opslaan op externe servers die toegankelijk zijn via internet.
5. Door compressie:
* Verliesloze compressie: Behoudt alle originele gegevens, wat resulteert in grotere bestandsgroottes maar een perfecte beeldkwaliteit.
* Compressie met verlies: Verkleint de bestandsgrootte door bepaalde gegevens te verwijderen, wat resulteert in kleinere bestanden maar enig verlies aan beeldkwaliteit. Komt het meest voor bij videodistributie vanwege bandbreedtebeperkingen. Veel codecs (bijvoorbeeld H.264, H.265, VP9) worden gebruikt voor compressie met verlies.
Dit is geen uitputtende lijst, maar het behandelt veel van de belangrijkste verschillen tussen verschillende videosystemen. De specifieke technologieën en terminologie die worden gebruikt overlappen elkaar vaak en evolueren snel. |