Een relationele database is een type database waarin gegevenspunten die aan elkaar gerelateerd zijn, worden opgeslagen en toegankelijk worden gemaakt. Deze relaties worden gedefinieerd met behulp van een gestructureerde querytaal (SQL) en zijn gebaseerd op het relationele gegevensmodel. Dit model organiseert gegevens in tabellen met rijen (records) en kolommen (attributen of velden), waarbij elke rij een unieke entiteit vertegenwoordigt en elke kolom een specifiek kenmerk van die entiteit vertegenwoordigt.
Hier volgt een overzicht van de belangrijkste kenmerken:
* Tabellen: Gegevens zijn georganiseerd in tabellen, die in wezen spreadsheets zijn met rijen en kolommen. Elke tabel vertegenwoordigt een specifieke entiteit, zoals 'Klanten', 'Producten' of 'Bestellingen'.
* Rijen (records): Elke rij vertegenwoordigt één exemplaar van de entiteit. In een tabel 'Klanten' vertegenwoordigt elke rij bijvoorbeeld een andere klant.
* Kolommen (kenmerken of velden): Elke kolom vertegenwoordigt een specifiek kenmerk of attribuut van de entiteit. In een tabel 'Klanten' kunnen de kolommen 'Klant-ID', 'Voornaam', 'Achternaam', 'Adres', enzovoort bevatten.
* Relaties: De kracht van een relationele database ligt in het vermogen om relaties tussen verschillende tabellen tot stand te brengen. Een tabel 'Bestellingen' kan bijvoorbeeld een kolom 'KlantID' hebben die deze koppelt aan de tabel 'Klanten', waarin wordt weergegeven welke klant elke bestelling heeft geplaatst. Deze relaties worden gedefinieerd met behulp van sleutels (primaire sleutels en externe sleutels).
* Primaire sleutel: Een unieke identificatie voor elke rij binnen een tabel. Het zorgt ervoor dat elke rij verschillend is en gemakkelijk toegankelijk is.
* Buitenlandse sleutel: Een veld in de ene tabel dat verwijst naar de primaire sleutel in een andere tabel. Hierdoor wordt de relatie tussen de tabellen gecreëerd.
* SQL (gestructureerde querytaal): Dit is de standaardtaal die wordt gebruikt voor interactie met relationele databases. U gebruikt SQL om gegevens in de database te maken, bij te werken, op te vragen en te beheren.
Voorbeeld:
Stel je een eenvoudige e-commercedatabase voor. Mogelijk hebt u drie tabellen:
* Klanten: (KlantID, Voornaam, Achternaam, Adres)
* Producten: (ProductID, Productnaam, Prijs)
* Bestellingen: (OrderID, KlantID, ProductID, Orderdatum, Aantal)
De 'KlantID' in de tabel 'Orders' is een externe sleutel die verwijst naar de 'KlantID' (primaire sleutel) in de tabel 'Klanten'. Op dezelfde manier is 'ProductID' in 'Bestellingen' een externe sleutel die verwijst naar 'ProductID' (primaire sleutel) in 'Producten'. Hierdoor kunt u eenvoudig alle bestellingen vinden die door een specifieke klant zijn geplaatst of alle bestellingen met een specifiek product.
Kortom, relationele databases zijn krachtig omdat ze een gestructureerde, georganiseerde en efficiënte manier bieden om grote hoeveelheden gegevens te beheren en te openen, met duidelijke relaties tussen verschillende datapunten. Dit maakt ze geschikt voor een breed scala aan toepassingen, van eenvoudig voorraadbeheer tot complexe systemen voor enterprise resource planning. |