Het belangrijkste kenmerk van een Database Management System (DBMS) is het vermogen om grote hoeveelheden gestructureerde gegevens efficiënt en betrouwbaar te beheren . Dit omvat verschillende belangrijke aspecten:
* Gegevensdefinitie: Het definiëren van de structuur en organisatie van de gegevens (tabellen maken, gegevenstypen specificeren, beperkingen instellen).
* Gegevensmanipulatie: Gegevens in de database toevoegen, wijzigen, verwijderen en opvragen. Dit gebeurt doorgaans via een gestructureerde querytaal (SQL).
* Gegevensbeveiliging: Controle van de toegang tot de gegevens, zodat alleen geautoriseerde gebruikers specifieke informatie kunnen bekijken, wijzigen of verwijderen. Dit omvat functies zoals gebruikersauthenticatie en -autorisatie, toegangscontrolelijsten en encryptie.
* Gegevensintegriteit: Het handhaven van de nauwkeurigheid en consistentie van de gegevens. Dit omvat het implementeren van beperkingen (bijvoorbeeld unieke sleutels, externe sleutels) en het afdwingen van regels om te voorkomen dat ongeldige gegevens de database binnenkomen.
* Gegevensback-up en -herstel: Het maken van back-ups van de database en het bieden van mechanismen om de gegevens te herstellen in geval van storingen (hardware, software of menselijke fouten).
* Gelijktijdigheidscontrole: Beheer van gelijktijdige toegang tot de database door meerdere gebruikers, voorkom conflicten en zorg voor gegevensconsistentie.
* Gegevensonafhankelijkheid: Het scheiden van de gegevens van de applicaties die deze gebruiken. Hierdoor kunnen wijzigingen in de databasestructuur worden aangebracht zonder dat dit gevolgen heeft voor applicaties die ervan afhankelijk zijn.
Hoewel elk van deze functies belangrijk is, is de kernfunctie het betrouwbare en efficiënte beheer van gestructureerde gegevens , dat een raamwerk biedt voor het op een gecontroleerde en georganiseerde manier opslaan, ophalen en manipuleren van die gegevens. |