1. Arrays :Arrays zijn eenvoudige gegevensstructuren waarin elementen van hetzelfde type aaneengesloten in het geheugen worden opgeslagen. In een relationele database kunnen arrays worden gebruikt om meerdere waarden voor een enkel attribuut weer te geven. Een array kan bijvoorbeeld worden gebruikt om meerdere telefoonnummers voor een contactpersoon op te slaan.
2. Gelinkte lijsten :Gekoppelde lijsten zijn lineaire gegevensstructuren waarin elementen in een reeks worden opgeslagen. In tegenstelling tot arrays slaan gekoppelde lijsten echter elementen op in knooppunten, en elk knooppunt verwijst naar het volgende knooppunt in de reeks. Gekoppelde lijsten worden in databases gebruikt om complexe relaties tussen gegevensitems weer te geven. Een gekoppelde lijst kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een hiërarchie van categorieën in een productcatalogus weer te geven.
3. Hashtabellen :Hash-tabellen zijn gegevensstructuren waarin sleutel-waardeparen worden opgeslagen. Sleutels zijn doorgaans tekenreeksen of gehele getallen, en waarden kunnen van elk type zijn. Hashtabellen worden in databases gebruikt om snel opzoekingen per sleutel mogelijk te maken. Een hashtabel kan bijvoorbeeld worden gebruikt om gebruikers-ID's en de bijbehorende wachtwoorden op te slaan.
4. Bomen :Bomen zijn hiërarchische gegevensstructuren die bestaan uit knooppunten en vertakkingen. Elk knooppunt kan meerdere onderliggende knooppunten hebben, maar slechts één ouderknooppunt. Bomen worden in databases gebruikt om hiërarchische gegevens weer te geven, zoals organigrammen of bestandssystemen. B-bomen en AVL-bomen worden vaak gebruikt in databases om het ophalen en opslaan van gegevens te optimaliseren.
5. Grafieken :Grafieken zijn gegevensstructuren die bestaan uit knooppunten en randen. Knooppunten vertegenwoordigen entiteiten, en randen vertegenwoordigen relaties tussen die entiteiten. Grafieken worden in databases gebruikt om complexe relaties tussen gegevensitems te modelleren. Een grafiek kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een sociaal netwerk weer te geven waarbij knooppunten gebruikers vertegenwoordigen en randen vriendschappen tussen hen vertegenwoordigen.
6. Wachtrijen :Wachtrijen zijn lineaire datastructuren die het FIFO-principe (first-in, first-out) volgen. Zoals de naam al doet vermoeden, worden items aan de achterkant van de wachtrij toegevoegd en aan de voorkant verwijderd. Wachtrijen worden gebruikt in databasesystemen voor het beheren van taken of verzoeken in een opeenvolgende volgorde. Ze zijn met name nuttig in transactieverwerkingssystemen waarbij bewerkingen in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd.
7. Stapels :Stapels zijn een ander type lineaire datastructuur, maar ze werken volgens het last-in, first-out (LIFO)-principe. Elementen worden ingevoegd en verwijderd van de bovenkant van de stapel. Stapels worden gebruikt in databasesystemen voor recursieve zoekopdrachten of backtracking-algoritmen. Ze bieden een ‘last-in, first-out’-gedrag tijdens het doorlopen van grafieken of hiërarchische datastructuren.
Dit zijn de meest gebruikte datastructuren in databasesystemen. Het kiezen van de juiste datastructuur hangt af van de specifieke vereisten van de database, zoals gegevensorganisatie, toegangspatronen, complexiteit van zoekopdrachten en opslagefficiëntie. |