De drie belangrijkste datastructuren die een router verliest wanneer deze opnieuw wordt opgestart of wanneer de stroom uitvalt, zijn:
1. Routingtabel: Dit bevat de informatie die de router gebruikt om pakketten naar hun bestemming door te sturen. Het wordt dynamisch gebouwd en onderhouden, en gaat verloren bij het opnieuw opstarten.
2. ARP-cache: Hiermee worden toewijzingen tussen IP-adressen en MAC-adressen op het lokale netwerk opgeslagen. Het wordt gebruikt om IP-adressen om te zetten in fysieke adressen voordat gegevens via het lokale LAN worden verzonden. Dit is vluchtig en gaat verloren bij opnieuw opstarten.
3. CAM-tabel (inhoud adresseerbaar geheugen): Deze tabel, te vinden in switches en soms ook gebruikt in routers (vooral die met schakelmogelijkheden), wijst MAC-adressen toe aan poortnummers. Het wordt gebruikt voor efficiënt doorsturen binnen een LAN. Net als de ARP-cache is dit vluchtig geheugen en wordt het gewist bij het opnieuw opstarten.
Hoewel andere gegevens tijdelijk kunnen worden opgeslagen en verloren kunnen gaan (zoals tabellen voor het volgen van verbindingen), zijn deze drie de meest fundamentele gegevensstructuren die rechtstreeks verband houden met de belangrijkste doorstuurfuncties van een router, die verloren gaan bij een herstart of stroomuitval. |