| Interne DOS-opdrachten (ook bekend als interne opdrachten in de Windows-opdrachtprompt) zijn ingebouwde opdrachten die deel uitmaken van het `cmd.exe`-proces zelf. Er is geen apart programma van de schijf voor nodig, waardoor ze sneller zijn dan externe opdrachten. Hier volgen enkele veelvoorkomende, voor de duidelijkheid gegroepeerd:
Bestands- en directorybeheer:
* `cd` (map wijzigen): Navigeer naar een andere map. `cd ..` gaat één niveau omhoog, `cd \` gaat naar de hoofdmap.
* `dir` (map): Geeft bestanden en submappen in de huidige map weer. Diverse opties zoals `/w` (brede lijst), `/p` (pauze na elk scherm), `/a` (attributen) wijzigen de uitvoer.
* `mkdir` (map maken): Creëert een nieuwe map.
* `rmdir` (map verwijderen): Verwijdert een map. Moet leeg zijn om te worden verwijderd. De optie `/s` verwijdert submappen en bestanden recursief (gebruik voorzichtig!).
* `kopie`: Kopieert een of meer bestanden naar een andere locatie. `bronbestemming kopiëren`
* `del` (verwijderen): Verwijdert een of meer bestanden. `del *.txt` verwijdert alle .txt-bestanden. `/f` dwingt het verwijderen van alleen-lezen bestanden af. `/q` is de stille modus.
* `ren` (hernoemen): Hernoemt een bestand of map. `ren oudenaam nieuwenaam`
* `type`: Toont de inhoud van een tekstbestand.
* `verplaatsen`: Verplaatst of hernoemt bestanden of mappen.
Systeeminformatie en controle:
* `ver` (versie): Geeft de versie van Windows weer.
* `datum`: Toont of stelt de systeemdatum in.
* `tijd`: Toont of stelt de systeemtijd in.
* `cls` (helder scherm): Wist het opdrachtpromptvenster.
* `echo`: Geeft een bericht weer op het scherm. Vaak gebruikt in batchscripts. `echo %PATH%` toont uw omgevingsvariabele PATH.
* `pauze`: Onderbreekt de uitvoering van een batchbestand en wacht op een toetsaanslag.
Schijfbeheer:
* `vol` (volume): Toont het volumelabel en het serienummer van de huidige schijf.
Andere belangrijke opdrachten:
* `help`: Toont helpinformatie voor opdrachten. `help dir` zal hulp tonen bij het `dir` commando.
* `afsluiten`: Sluit het opdrachtpromptvenster.
Belangrijke opmerkingen:
*De beschikbaarheid en het gedrag van sommige opdrachten kan enigszins variëren, afhankelijk van de Windows-versie.
* Veel commando's hebben opties (schakelaars) die hun gedrag wijzigen. Deze worden meestal voorafgegaan door een schuine streep (`/`) of een koppelteken (`-`). Gebruik `help ` om meer te weten te komen over deze opties.
* Externe commando's (zoals `ping`, `ipconfig`) zijn aparte programma's en niet ingebouwd in `cmd.exe`. Ze vereisen dat een pad toegankelijk is, wat vaak te vinden is in de omgevingsvariabele `PATH` van het systeem.
Dit is geen uitputtende lijst, maar omvat veel van de meest gebruikte interne DOS-opdrachten. Raadpleeg de Windows-opdrachtregelhelp (`help`) voor een volledige lijst en gedetailleerde informatie over elke opdracht. |