De 'i' in Apple-productnamen staat voor 'internet', 'individu', 'inspireren' en 'instrueren'.
Toen Steve Jobs in 1997 terugkeerde naar Apple, wilde hij het bedrijf en zijn producten een nieuwe naam geven om een nieuw tijdperk van innovatie te weerspiegelen. Hij kwam op het idee om de letter "i" als voorvoegsel te gebruiken voor alle nieuwe producten van Apple, omdat hij vond dat deze de focus van het bedrijf op internet, individualiteit, inspiratie en instructie vertegenwoordigde.
De 'i' in iMac staat voor 'internet', omdat het de eerste Apple-computer was die speciaal voor internetgebruik was ontworpen. De 'i' in iPod staat voor 'individueel', omdat deze is ontworpen als een persoonlijke muziekspeler die duizenden nummers kan bevatten. De 'i' in iPhone staat voor 'inspireren', omdat het is ontworpen als een revolutionaire nieuwe manier om te communiceren en toegang te krijgen tot informatie. De 'i' in iPad staat voor 'instrueren', omdat het is ontworpen als draagbaar apparaat dat kan worden gebruikt voor leren en onderwijs.
Apple is het voorvoegsel ‘i’ blijven gebruiken voor al zijn nieuwe producten, waaronder de Apple Watch, Apple TV en AirPods. Deze merkstrategie heeft bijgedragen aan het creëren van een sterke merkidentiteit voor Apple en heeft ervoor gezorgd dat de producten overal ter wereld onmiddellijk herkenbaar zijn. |