Windows is een multitasking besturingssysteem, terwijl UNIX een multiprogrammerend besturingssysteem is.
Multitasking is het vermogen van een besturingssysteem om meerdere taken tegelijkertijd uit te voeren. In een multitasking-omgeving heeft elke taak zijn eigen geheugenruimte en kan deze onafhankelijk van de andere taken worden uitgevoerd. Een gebruiker kan bijvoorbeeld in een tekstverwerker aan het typen zijn terwijl een spreadsheet op de achtergrond bezig is met het herberekenen.
Multiprogrammering is het vermogen van een besturingssysteem om meerdere programma's tegelijkertijd uit te voeren. In een multiprogrammeeromgeving worden meerdere programma's tegelijkertijd in het geheugen geladen en wordt de CPU onderling in tijd gedeeld. Een server kan bijvoorbeeld tegelijkertijd een webserver, een databaseserver en een e-mailserver draaien.
Het belangrijkste verschil tussen multitasking en multiprogrammering is dat multitasking ervoor zorgt dat elke taak zijn eigen geheugenruimte heeft, terwijl dat bij multiprogrammering niet het geval is. Dit betekent dat in een multitasking-omgeving taken elkaars geheugen niet kunnen verstoren, terwijl in een multi-programmeeromgeving taken geheugen kunnen delen en dus mogelijk met elkaar kunnen interfereren.
Een ander verschil tussen multitasking en multiprogrammering is dat multitasking doorgaans wordt gebruikt voor interactieve toepassingen, terwijl multiprogrammering doorgaans wordt gebruikt voor batchverwerking. Dit komt omdat multitasking gebruikers in staat stelt in realtime met hun computers te communiceren, terwijl multiprogrammering efficiënter is voor het verwerken van grote hoeveelheden gegevens. |