Een bitmapafbeelding is een raster van pixels, en bij het bewerken ervan moeten deze afzonderlijke pixels worden gemanipuleerd. Dit is wat er kan worden bewerkt:
* Individuele pixelkleuren: U kunt de kleur van een enkele pixel of een selectie van pixels wijzigen. Dit is van fundamenteel belang voor veel bitmapbewerkingstaken.
* Helderheid en contrast: Pas de algehele helderheid en het contrast van de afbeelding aan.
* Kleurbalans: Wijzig de relatieve intensiteiten van rode, groene en blauwe kleuren.
* Verzadiging en tint: Pas de intensiteit en tint van kleuren aan.
* Scherpte: Verhoog of verlaag de scherpte van randen en details.
* Selecties: Maak selecties (gebieden) om delen van de afbeelding te isoleren voor bewerking. Dit maakt nauwkeurige aanpassing van specifieke regio's mogelijk.
* Bijsnijden: Snijd de afbeelding bij of wijzig het formaat door gedeelten te verwijderen.
* Formaat wijzigen: Het wijzigen van de afmetingen van de afbeelding (hoewel dit vaak resulteert in enig kwaliteitsverlies, vooral bij vergroting). Resampling-technieken (zoals bicubisch) proberen dit te verzachten.
* Filters en effecten: Het toepassen van verschillende filters en effecten zoals vervaging, verscherping, ruisonderdrukking, embossing, etc.
* Retoucheren: Het corrigeren van oneffenheden, het verwijderen van ongewenste voorwerpen of het verbeteren van functies. Vaak gaat het om klonen, genezen en patchen.
* Tekst en vormen: Tekst en eenvoudige geometrische vormen toevoegen.
Kortom, vrijwel elk aspect van de visuele verschijning van de afbeelding kan op pixelniveau worden gewijzigd. In tegenstelling tot vectorafbeeldingen werkt bitmapbewerking echter niet met wiskundige beschrijvingen van objecten, maar eerder met de onbewerkte pixelgegevens. |