De functies van een informatieverwerkingssysteem (IPS) kunnen grofweg worden gecategoriseerd, maar zijn uiteindelijk afhankelijk van het specifieke ontwerp en doel ervan. De meeste IPS'en voeren echter een combinatie van deze kernfuncties uit:
1. Invoer: Hierbij worden ruwe gegevens uit verschillende bronnen verzameld. Dit kan het volgende omvatten:
* Gegevensinvoer: Handmatige invoer via toetsenborden, scanners, enz.
* Gegevensverzameling: Automatische input van sensoren, netwerken of andere systemen.
* Gegevensextractie: Gegevens ophalen uit bestaande databases of bestanden.
2. Verwerking: Dit is de kernfunctie waarbij ruwe gegevens worden omgezet in betekenisvolle informatie. Dit houdt in:
* Organisatie: Structureren en rangschikken van gegevens in een bruikbaar formaat.
* Berekening: Wiskundige bewerkingen uitvoeren op de gegevens.
* Manipulatie: Gegevens wijzigen of transformeren (bijvoorbeeld sorteren, filteren, aggregeren).
* Analyse: Gegevens interpreteren om patronen, trends en afwijkingen te identificeren.
* Besluitvorming (in sommige systemen): Op basis van verwerkte informatie kan het systeem geautomatiseerde beslissingen nemen of aanbevelingen doen.
3. Uitvoer: Dit houdt in dat de verwerkte informatie in een bruikbaar formaat aan gebruikers of andere systemen wordt gepresenteerd. Dit kan het volgende omvatten:
* Rapporten: Het genereren van samenvattingen, analyses of andere opgemaakte informatie.
* Weergave: Data visueel presenteren op schermen, dashboards, etc.
* Acties: Het activeren van fysieke acties (bijvoorbeeld het besturen van machines) of het verzenden van gegevens naar andere systemen.
* Opslag: Verwerkte informatie opslaan voor toekomstig gebruik.
4. Opslag: Deze functie omvat het beheer van de gegevens gedurende de gehele levenscyclus, waaronder:
* Archiveren: Langetermijnopslag van gegevens.
* Ophalen: Toegang tot opgeslagen gegevens indien nodig.
* Back-up en herstel: Gegevens beschermen tegen verlies of corruptie.
5. Controle: Vaak gaat het hierbij om het beheren van de gegevensstroom en de algehele werking van het systeem:
* Planning: Bepalen wanneer specifieke processen moeten worden uitgevoerd.
* Toezicht: Systeemprestaties en resourcegebruik volgen.
* Beveiliging: Gegevens beschermen tegen ongeoorloofde toegang of wijziging.
De complexiteit en verfijning van elke functie kan sterk variëren, afhankelijk van de IPS. Een eenvoudige rekenmachine voert de basisinvoer, -verwerking en -uitvoer uit, terwijl een geavanceerd ERP-systeem (Enterprise Resource Planning) al deze functies op grote schaal uitvoert, met ingewikkelde controlemechanismen en complex gegevensbeheer. |