Softwarefuncties kunnen grofweg worden gecategoriseerd, maar zijn uiteindelijk sterk afhankelijk van het specifieke doel ervan. Enkele veel voorkomende functies zijn echter:
Invoer/uitvoer (I/O):
* Invoer ontvangen: Hierbij wordt data uit verschillende bronnen geaccepteerd, zoals gebruikersinvoer (toetsenbord, muis, touchscreen), sensoren, bestanden, netwerken en databases.
* Uitvoer leveren: Dit omvat het presenteren van verwerkte gegevens aan de gebruiker of andere systemen in verschillende vormen, zoals weergave op een scherm, afdrukken naar een printer, opslaan in een bestand, gegevens verzenden via een netwerk of actuatoren besturen (in ingebedde systemen).
Verwerking:
* Gegevensmanipulatie: Dit omvat een breed scala aan bewerkingen, waaronder berekeningen, sorteren, filteren, zoeken, samenvoegen, transformeren en analyseren van gegevens.
* Gegevensopslag en ophalen: Het beheren van gegevens binnen het systeem, inclusief het permanent opslaan ervan (op schijf of in een database) en het efficiënt ophalen ervan.
* Controlestroom: Het bepalen van de volgorde waarin instructies worden uitgevoerd, op basis van voorwaarden en lussen. Dit omvat het beheren van programmalogica.
* Algoritme-uitvoering: Het implementeren van algoritmen om specifieke problemen op te lossen, zoals sorteeralgoritmen, zoekalgoritmen of machine learning-algoritmen.
Beheer:
* Bronnenbeheer: Efficiënt toewijzen en beheren van systeembronnen zoals geheugen, CPU-tijd en opslagruimte.
* Foutafhandeling: Het detecteren, rapporteren en afhandelen van fouten die kunnen optreden tijdens de uitvoering van het programma.
* Beveiliging: Bescherming van gegevens en systeemintegriteit tegen ongeoorloofde toegang, gebruik, openbaarmaking, verstoring, wijziging of vernietiging.
Interactie:
* Gebruikersinterface (UI): Het bieden van middelen voor gebruikers om met de software te communiceren, doorgaans via een grafische gebruikersinterface (GUI), opdrachtregelinterface (CLI) of andere interactiemethoden.
* Systeemintegratie: Interactie met andere softwaresystemen of hardwarecomponenten. Hierbij kan het gaan om communicatieprotocollen, API’s en gegevensuitwisseling.
Specifieke voorbeelden op basis van softwaretype:
* Tekstverwerker: Invoer (tekst), verwerking (opmaak, spellingcontrole), uitvoer (gedrukt document, opgeslagen bestand).
* Spreadsheet: Invoer (gegevens), verwerking (berekeningen, formules), uitvoer (grafieken, rapporten).
* Besturingssysteem: Resourcebeheer, procesplanning, I/O-afhandeling, beveiliging.
* Spel: Invoer (gebruikersacties), verwerking (spellogica, AI), uitvoer (graphics, geluid).
* Databasesysteem: Gegevensopslag, ophalen, manipulatie, beveiliging.
* Webbrowser: Invoer (URL's), verwerking (weergave van webpagina's), uitvoer (weergegeven webpagina).
Het is belangrijk om te onthouden dat deze functies vaak met elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk zijn. Eén enkel stukje software kan veel van deze functies tegelijkertijd uitvoeren. |