Het doel van een exportsysteem (vaak verkeerd gespeld als 'onteigeningssysteem', maar waarschijnlijk verwijzend naar een exportgericht systeem) is om de economie van een land te richten op de productie van goederen en diensten voor export naar andere landen. Het doel is om valuta-inkomsten te genereren, de economische groei te stimuleren en mogelijk een comparatief voordeel te behalen in specifieke sectoren.
Het gaat hierbij om beleid en acties om:
* Export promoten: Hierbij kan gedacht worden aan subsidies, belastingvoordelen, overheidssteun op het gebied van marketing en logistiek, en gunstige handelsovereenkomsten.
* Buitenlandse investeringen aantrekken: Buitenlandse bedrijven kunnen kapitaal, technologie en expertise inbrengen om exportgerichte industrieën te stimuleren.
* Exportgerichte industrieën ontwikkelen: Dit kan gepaard gaan met investeringen in infrastructuur, onderwijs en training die relevant zijn voor de exportproductie.
* Importen beheren: Importvervanging of -tarieven kunnen worden geïmplementeerd om binnenlandse industrieën te beschermen die concurreren op de exportmarkt of om de buitenlandse valuta te behouden.
Het is echter belangrijk op te merken dat een te grote afhankelijkheid van export kwetsbaarheden kan veroorzaken. Een teruggang in de mondiale vraag, handelsoorlogen of de afhankelijkheid van een klein aantal exportproducten kunnen ernstige gevolgen hebben voor de economie. Daarom wordt een evenwichtige aanpak vaak als ideaal beschouwd, in plaats van als een puur exportgericht systeem. |