De optellingsformule in Excel is eenvoudigweg het `+` symbool. Je gebruikt het tussen de cellen die je wilt toevoegen, of tussen getallen en celverwijzingen.
Voorbeelden:
* Twee cellen toevoegen: `=A1+B1` (Hiermee worden de waarden in de cellen A1 en B1 opgeteld)
* Meerdere cellen toevoegen: `=A1+B1+C1` (Voegt de waarden toe in A1, B1 en C1)
* Een getal en een cel toevoegen: `=10+A1` (voegt 10 toe aan de waarde in cel A1)
* Meerdere getallen en cellen toevoegen: `=10+A1+B1+5` (voegt 10 toe, de waarde in A1, de waarde in B1, en 5)
Je kunt ook de `SUM`-functie gebruiken om een celbereik toe te voegen, wat vaak efficiënter is dan het gebruik van meerdere `+`-symbolen:
* Een celbereik toevoegen: `=SOM(A1:A10)` (Voegt de waarden toe in de cellen A1 tot en met A10)
Vergeet niet om een formule altijd te beginnen met een gelijkteken (`=`). |