Een alfaversie van software is een release in een zeer vroeg stadium, doorgaans de eerste versie die buiten het kernontwikkelingsteam beschikbaar wordt gesteld. Het is in de eerste plaats bedoeld voor interne tests door een beperkte groep gebruikers (vaak bètatesters of vertrouwde collega's) om grote bugs en bruikbaarheidsproblemen te identificeren.
Belangrijkste kenmerken van een alfaversie:
* Zeer onstabiel: Verwacht frequente crashes, bugs en ontbrekende functies. Het is niet klaar voor algemeen gebruik.
* Onvolledige functionaliteit: Veel functies ontbreken mogelijk, zijn onderontwikkeld of werken niet zoals bedoeld.
* Beperkte documentatie: Eventuele documentatie is waarschijnlijk onvolledig en kan aan aanzienlijke wijzigingen onderhevig zijn.
* Focus op functionaliteit: Het primaire doel is om de kernfunctionaliteit te verifiëren, niet om de gebruikerservaring te verbeteren.
* Intern of beperkt extern testen: Het wordt niet vrijgegeven voor het publiek.
Zie het als een ‘proof of concept’-fase. De alfaversie helpt ontwikkelaars te beoordelen of de software architectonisch verantwoord is en in de goede richting gaat voordat ze meer tijd en middelen in de ontwikkeling investeren. Na alfatesten gaat de software doorgaans over naar een bètaversie. |