Een GUI-besturingssysteem (Graphical User Interface) *controleert* niet alle activiteiten van een computer in de zin dat het de ultieme autoriteit is. De kernel van het besturingssysteem is daarvoor verantwoordelijk. Een GUI-besturingssysteem biedt echter de gebruikersinterface waarmee een gebruiker veel van de computeractiviteiten *interageert* en *controleert*.
Voorbeelden van GUI-besturingssystemen waarmee gebruikers veel computeractiviteiten kunnen controleren, zijn onder meer:
* Microsoft Windows: Het meest gebruikte GUI-besturingssysteem voor personal computers.
* macOS: Het besturingssysteem van Apple voor Macintosh-computers.
* Linux-distributies met desktopomgevingen (zoals GNOME, KDE, XFCE): Linux zelf is een kernel, maar desktopomgevingen bieden de GUI.
* Chrome OS: Het besturingssysteem van Google is voornamelijk bedoeld voor Chromebooks.
Het is belangrijk om te onthouden dat de GUI slechts de front-end is. De onderliggende kernel van het besturingssysteem is verantwoordelijk voor het resourcebeheer, de procesplanning en andere kernfuncties, zelfs als een gebruiker met deze dingen communiceert via de GUI. |