Een computer belichaamt als eindproduct verschillende productiefactoren. Deze zijn niet netjes gecategoriseerd, omdat veel elkaar overlappen en onderling afhankelijk zijn:
* Land: Dit verwijst naar de natuurlijke hulpbronnen die zijn gebruikt bij de creatie ervan. Dit omvat de grondstoffen zoals mineralen (in het silicium voor microchips), zeldzame aardelementen in verschillende componenten en het land waar fabrieken en mijnen zich bevinden.
* Arbeid: Dit is de belangrijkste factor. Het omvat de menselijke inspanning die betrokken is bij:
* Ontwerp en engineering: Het creëren van de architectuur, software en gebruikersinterface van de computer.
* Productie: Het assembleren van de componenten, het testen van het eindproduct en het verpakken ervan.
* Logistiek en verkoop: De computer op de markt brengen en verkopen.
* Hoofdstad: Dit omvat alle vervaardigde goederen die in het productieproces worden gebruikt:
* Machines: De geavanceerde apparatuur die wordt gebruikt bij het vervaardigen van microchips, printplaten en het assembleren van de computer.
* Software en technologie: De ontwerpsoftware, productieautomatiseringssystemen en testtools.
* Faciliteiten: De gebouwen en infrastructuur waar de computer wordt ontworpen en vervaardigd.
* De computer zelf: Eenmaal geproduceerd, wordt het een kapitaalgoed als het wordt gebruikt voor verdere productie (bijvoorbeeld in een bedrijf).
Het is belangrijk op te merken dat het relatieve belang van elke factor varieert, afhankelijk van de specifieke computer en het productieproces. Een hoogwaardige, op maat gemaakte computer zal een hogere arbeidscomponent hebben, terwijl een in massa geproduceerd model een grotere kapitaalcomponent zal hebben. |