Er bestaat niet één universeel verplicht standaardformaat voor rapporttitels, maar er bestaan verschillende algemene stijlen, afhankelijk van de context (academisch, zakelijk, technisch, enz.). Over het algemeen zou een goede rapporttitel moeten zijn:
* Beknopt: Streef naar beknoptheid en duidelijkheid. Vermijd onnodige woorden.
* Informatief: Geef de inhoud en reikwijdte van het rapport nauwkeurig weer.
* Specifiek: Definieer het onderwerp duidelijk.
* Zoekwoorden: Voeg relevante trefwoorden toe voor gemakkelijke doorzoekbaarheid.
Hier volgen enkele veelgebruikte opmaakbenaderingen:
* Zinhoofdletter: Schrijf alleen het eerste woord en de eigennamen met een hoofdletter. Dit heeft vaak de voorkeur voor langere titels. Voorbeeld:*De impact van sociale media op de geestelijke gezondheid van adolescenten*.
* Titelcase: Schrijf de eerste letter van elk woord met een hoofdletter, behalve lidwoorden (a, an, de), voorzetsels (van, in, op, enz.) en coördinerende voegwoorden (en, maar, of, enz.), tenzij ze het eerste of laatste woord zijn. Dit is een veel voorkomende stijl, vooral voor zakelijke rapporten. Voorbeeld:*De impact van sociale media op de geestelijke gezondheid van adolescenten*.
* Hoofdletter: Alle woorden zijn met een hoofdletter geschreven. Dit komt tegenwoordig minder vaak voor, behalve mogelijk voor zeer korte titels of bepaalde zeer formele contexten. Voorbeeld:DE IMPACT VAN SOCIALE MEDIA OP DE GEESTELIJKE GEZONDHEID VAN ADOLESCENTEN.
De specifieke stijlgids (zoals APA, MLA, Chicago, enz.) zal het voorkeurshoofdlettergebruik voor een bepaalde academische context dicteren. Voor zakelijke of interne rapporten zal de stijlgids van het bedrijf doorgaans prevaleren. Als er geen specifieke stijlgids bestaat, kies dan voor een consistente stijl die duidelijk en professioneel is. Het gebruik van Titelletters is in de meeste situaties over het algemeen een veilige gok. |