In OpenOffice Writer (en andere tekstverwerkers) verwijst tekstoverloop naar tekst die verder reikt dan de grenzen van een gedefinieerd gebied, zoals een tekstvak, cel in een tabel of een frame. Het is in wezen tekst die "van de rand valt" omdat er niet genoeg ruimte is om alles weer te geven.
Hoe dit wordt afgehandeld, hangt af van de instellingen:
* Afkapping: De tekst wordt eenvoudigweg afgesneden op de grens. Je ziet slechts een deel van de tekst. Dit is het standaardgedrag voor veel situaties.
* Overloop: De tekst loopt mogelijk door in het omliggende gebied en overlapt met andere inhoud. Dit komt minder vaak voor en is vaak onwenselijk, wat resulteert in een rommelig document.
* Wikkelen: De tekst loopt door naar de volgende regel binnen de grenzen van het vak of de cel, tenzij u andere opties hebt opgegeven om de terugloop te regelen.
U kunt bepalen hoe tekstoverloop wordt afgehandeld via verschillende opties, waaronder:
* Tekstvak/celeigenschappen: Deze eigenschappen omvatten vaak instellingen voor tekstomloop, overloopgedrag en of tekst buiten de grens mag worden uitgebreid.
* Stijleigenschappen: Alineastijlen en tekenstijlen kunnen van invloed zijn op de manier waarop tekst binnen de toegewezen gebieden doorloopt en overloopt.
* Tabeleigenschappen: Tabelcellen kunnen individuele instellingen hebben om te bepalen hoe tekst met hun grenzen omgaat.
De sleutel is om te begrijpen waar uw tekst zich bevindt (een tekstvak, tabelcel, enz.) en vervolgens de eigenschappen van die container aan te passen of geschikte alineastijlen te gebruiken om te beheren hoe de tekst zich gedraagt wanneer deze de beschikbare ruimte overschrijdt. Vaak zijn het aanpassen van de grootte van de container, het aanpassen van de marges of het gebruik van tekstterugloop de oplossingen. |