Het opmaken van een afbeelding heeft betrekking op het aanpassen van het uiterlijk en de eigenschappen ervan om de visuele aantrekkingskracht of geschiktheid voor een specifiek doel te verbeteren. Dit kan veel verschillende veranderingen met zich meebrengen, waaronder:
* Formaat wijzigen: De afmetingen (breedte en hoogte) van de afbeelding wijzigen.
* Bijsnijden: Gedeelten van de afbeelding bijsnijden om op een specifiek gebied scherp te stellen.
* Roteren: De richting van de afbeelding wijzigen (bijvoorbeeld van staand naar liggend).
* Kleuraanpassingen: De helderheid, het contrast, de verzadiging, de tint en andere kleureigenschappen wijzigen.
* Scherpteaanpassingen: De scherpte van het beeld verhogen of verlagen.
* Effecten toevoegen: Filters of speciale effecten toepassen, zoals vervaging, verscherping, vignetten of sepiatinten.
* Compressie: Het verkleinen van de bestandsgrootte van de afbeelding, vaak met enig kwaliteitsverlies (bijvoorbeeld het converteren van een verliesvrij formaat zoals PNG naar een verliesvrij formaat zoals JPEG).
* Tekst of afbeeldingen toevoegen: Met tekstoverlays of andere grafische elementen.
* Het bestandsformaat wijzigen: De afbeelding converteren van het ene formaat (bijvoorbeeld TIFF, PNG, JPG) naar het andere.
In wezen draait het bij het opmaken van een afbeelding om het manipuleren van de visuele kenmerken en technische eigenschappen ervan om aan uw behoeften te voldoen. De specifieke opmaakopties die beschikbaar zijn, zijn afhankelijk van de gebruikte software of applicatie (bijvoorbeeld Photoshop, GIMP, Microsoft Word, PowerPoint). |