De twee belangrijkste manieren om een document klaar te maken voor afdrukken zijn:
1. De afdrukinstellingen van de toepassing gebruiken: De meeste toepassingen (zoals Word, Pages, Photoshop, enz.) hebben ingebouwde afdrukdialoogvensters. Hiermee kunt u de printer selecteren, het aantal exemplaren kiezen, paginabereiken opgeven, de richting (staand of liggend) selecteren, de marges aanpassen en meer. Dit is de meest voorkomende en meestal de handigste methode.
2. De stuurprogramma-instellingen van de printer gebruiken: Hoewel dit minder vaak voorkomt bij dagelijks afdrukken, kunnen sommige geavanceerde instellingen (zoals dubbelzijdig afdrukken, specifieke papierladeselectie of sorteren) beter rechtstreeks worden beheerd via de instellingen van het printerstuurprogramma. Meestal betekent dit dat u toegang krijgt tot een afzonderlijk venster of eigenschappenmenu via de afdrukinterface van uw besturingssysteem, *na* het selecteren van de printer in het afdrukdialoogvenster van de toepassing. Vervolgens vindt u meer gedetailleerde opties die specifiek zijn voor de mogelijkheden van die printer. |