Photoshop voegt niet direct stijlen toe aan lettertypen, zoals een tekstverwerker dat zou kunnen doen:vet, cursief, onderstrepen enz. Dat zijn *lettertypefuncties* die in het lettertype zelf zijn ingebouwd. Photoshop gebruikt de ingebouwde functies van het lettertype. U kunt echter stilistische effecten *op* de tekstlaag bereiken met behulp van de gereedschappen en laagstijlen van Photoshop. Hier is een overzicht:
1. Lettertypefuncties gebruiken (ingebouwd in het lettertype):
* Vetgedrukt (B): Een zwaardere versie van het lettertype.
* Cursief (I): Een schuine versie van het lettertype.
* Onderstrepen: Een lijn getrokken onder de tekst.
* Doorhalen: Een lijn die door de tekst wordt getrokken.
* Klein kapitaal: Hoofdletters zijn verkleind zodat ze overeenkomen met de hoogte van kleine letters.
* Superscript/Subscript: Tekst iets verhogen of verlagen (bijvoorbeeld voor exponenten of chemische formules).
* Andere OpenType-functies: Veel lettertypen beschikken over geavanceerde functies die toegankelijk zijn via het deelvenster Teken (Venster> Teken) of het deelvenster Alinea (Venster> Alinea). Deze kenmerken kunnen onder meer sierletters (decoratieve versieringen), ligaturen (samenvoeging van twee of meer letters), stilistische alternatieven (verschillende versies van letters) en meer zijn. Deze zijn *lettertypespecifiek*; niet alle lettertypen bieden deze.
2. Laagstijlen toepassen (Photoshop-effecten):
Laagstijlen voegen visuele effecten *rond* of *aan* de tekstlaag toe. Dit zijn *geen* wijzigingen in het lettertype zelf. Ze creëren de illusie van verschillende stijlen.
* Slagschaduw: Voegt een schaduw toe achter de tekst.
* Innerlijke schaduw: Voegt een schaduw toe binnen de tekst.
* Buitengloed: Voegt een gloeiend effect rond de tekst toe.
* Innerlijke glans: Voegt een gloeiend effect toe aan de tekst.
* Afschuining en reliëf: Creëert een driedimensionaal effect, waardoor de tekst er verhoogd of verzonken uitziet.
* Satijn: Simuleert een satijnachtige textuur op de tekst.
* Verloopoverlay: Past een verloop toe op de tekst.
* Patroonoverlay: Past een patroon toe op de tekst.
* Beroerte: Voegt een omtrek rond de tekst toe.
* Kleuroverlay: Verandert de kleur van de tekst.
3. Andere Photoshop-hulpmiddelen gebruiken:
* Filters: Het toepassen van filters (zoals vervaging, textuur, enz.) op de tekstlaag kan het uiterlijk ervan dramatisch veranderen.
* Transformaties: Schalen, roteren, scheeftrekken, kromtrekken en andere transformaties veranderen de vorm van de tekst.
* Maskering: Het gebruik van maskers om delen van de tekst zichtbaar of verborgen te maken, creëert unieke effecten.
Kortom, u *voegt geen stijlen toe* aan het lettertype zelf in Photoshop, maar u manipuleert de tekstlaag en de inherente kenmerken van het lettertype om een breed scala aan stilistische resultaten te bereiken. Het onderscheid is belangrijk. Het lettertype blijft ongewijzigd; het is de *weergave* van dat lettertype dat visueel is gewijzigd. |