Een computer is de hardware , de fysieke machine zelf. Het is de verzameling elektronische componenten (CPU, geheugen, opslag, invoer-/uitvoerapparaten, enz.) die samenwerken om informatie te verwerken. Zie het als het fysieke lichaam.
Een programma is de software , een reeks instructies geschreven in een programmeertaal die de computer vertelt wat hij moet doen. Het is een reeks opdrachten die de computer uitvoert. Zie het als de instructies van de hersenen:ze dicteren de acties van de computer.
De computer biedt het platform, het programma zorgt voor de instructies die de computer volgt om taken uit te voeren. Een computer kan niets nuttigs doen zonder programma's; programma's kunnen niet bestaan of functioneren zonder een computer om ze uit te voeren. Ze zijn onderling afhankelijk. |