De Linux-kernel zelf is open-source. "Linux-beveiliging" is echter geen enkel stukje software. Het is een veelzijdig concept dat veel componenten omvat, sommige open source en andere niet.
Hier is een overzicht:
* Open-sourcecomponenten: Veel beveiligingsfuncties binnen een Linux-systeem worden geïmplementeerd met behulp van open-sourcesoftware. Dit omvat:
* De Linux-kernel zelf bevat talloze beveiligingsmechanismen.
* Veel beveiligingshulpmiddelen (zoals `iptables`, `firewalld`, `SELinux`, `AppArmor`) zijn open-source.
* Talrijke beveiligingsaudit- en monitoringtools zijn open source.
* Niet-open-sourcecomponenten: Beveiliging is ook afhankelijk van dingen die niet noodzakelijkerwijs open source zijn:
* Eigen stuurprogramma's:sommige hardwarestuurprogramma's zijn niet open source en kwetsbaarheden in deze stuurprogramma's kunnen de systeemveiligheid in gevaar brengen.
* Antivirussoftware:Hoewel sommige antivirusoplossingen open-sourcecomponenten bevatten, zijn veel daarvan bedrijfseigen.
* Beveiligingsupdates van distributies:Hoewel de broncode open kan zijn, worden de verpakte en gedistribueerde updates zelf vaak afgehandeld door de distributie (zoals Ubuntu, Fedora, enz.), en deze processen zijn niet altijd volledig open.
Daarom is het antwoord een genuanceerd ‘gedeeltelijk’. Een aanzienlijk deel van de beveiligingsinfrastructuur binnen een Linux-systeem is open source, maar niet alles. De algehele beveiliging van een Linux-systeem is afhankelijk van zowel open-source als bedrijfseigen componenten. |