Excel en Word gebruiken verschillende soorten operatoren, maar hier zijn vier voorbeelden, die voor de duidelijkheid zijn gecategoriseerd:
Microsoft Excel:
1. Rekenkundige operator (+): Gebruikt voor toevoeging. Met `=A1+B1` worden bijvoorbeeld de waarden in de cellen A1 en B1 opgeteld.
2. Vergelijkingsoperator (=): Gebruikt voor gelijkheidstesten. '=A1=B1' retourneert bijvoorbeeld WAAR als de waarden in A1 en B1 gelijk zijn, en anders ONWAAR.
Microsoft Word (deze werken binnen velden, samenvoegen of VBA):
3. Concatenatieoperator (&): Wordt gebruikt om tekstreeksen samen te voegen. (Vaak gebruikt in samenvoegvelden of VBA-code.) `="Hallo " &"Wereld!"` resulteert bijvoorbeeld in "Hallo wereld!".
4. Logische operator (EN): Wordt gebruikt om logische voorwaarden te combineren. (Voornamelijk binnen VBA-macro's of geavanceerde veldcodes). Bijvoorbeeld:'Als (A> 10 EN B <20) Dan...' (Dit voorbeeld is VBA, geen directe Word-operator op dezelfde manier als de formulebalk van Excel).
Merk op dat de operatoren van Word minder direct zichtbaar zijn dan die van Excel. Excel gebruikt veel operatoren in het formulesysteem dat rechtstreeks in de cellen wordt weergegeven, terwijl Word ze impliciet gebruikt bij bewerkingen achter de schermen. |