Het woord "toegang" verwijst in deze vraag een beetje naar zichzelf. Om uit te leggen wat iets ‘toegang’ maakt, moeten we het beschouwen in termen van de verschillende betekenissen ervan:
* Toegang als zelfstandig naamwoord: Toegang, in de zelfstandig naamwoordvorm, verwijst naar het vermogen om iets te benaderen, binnen te gaan, ermee te interacteren of iets te gebruiken. Wat iets in deze zin *toegang* maakt, is de aanwezigheid van een middel of mogelijkheid om een hulpbron of systeem te benaderen of te gebruiken. Dit kan fysiek zijn (een sleutel van een deur), digitaal (een wachtwoord voor een website) of sociaal (verbindingen die deuren openen naar kansen).
* Toegang als werkwoord: Wanneer het wordt gebruikt als een werkwoord ("toegang verkrijgen tot"), hangt de handeling van het verkrijgen van toegang tot iets af van het succesvol inzetten van de middelen die nodig zijn om het te verkrijgen of te gebruiken. Dit impliceert succesvolle interactie en betrokkenheid met het mechanisme, systeem of de omgeving die de mogelijkheid biedt.
Wat iets 'toegang' maakt, is dus het succesvolle overbruggen van een kloof tussen een gebruiker en een bron. Deze brug kan fysiek, digitaal, sociaal of een combinatie daarvan zijn. De aanwezigheid van louter een potentieel voor interactie is niet voldoende; daadwerkelijke succesvolle interactie is de sleutel. Een gesloten deur biedt *potentiële* toegang, maar echte *toegang* bestaat pas nadat deze is ontgrendeld. |