Het type bestanden dat zich op het eerste niveau bevindt, rechtstreeks in de hoofdmap, varieert sterk, afhankelijk van het besturingssysteem en hoe het systeem is ingesteld. Er bestaat niet één universeel antwoord. Meestal vindt u echter bestanden die verband houden met de kernfunctionaliteit en het opstartproces van het besturingssysteem. Voorbeelden zijn onder meer:
* Systeemconfiguratiebestanden: Deze bestanden bevatten instellingen en parameters die bepalen hoe het besturingssysteem zich gedraagt. De namen en formaten variëren sterk (bijvoorbeeld `.ini`, `.conf`, XML-bestanden).
* Bootloader-bestanden: Deze zijn essentieel voor het starten van het besturingssysteem. Ze hebben vaak namen als `boot.ini` (oudere Windows-systemen), `grub.cfg` (Linux-systemen die GRUB gebruiken) of iets dergelijks.
* Verborgen systeembestanden: Deze zijn doorgaans verborgen voor de normale weergave om onbedoelde wijzigingen te voorkomen, maar bevinden zich nog steeds in de hoofdmap. Hun exacte aard hangt sterk af van het besturingssysteem.
* Apparaatbestanden: Vertegenwoordigt hardwareapparaten (zoals harde schijven, netwerkinterfaces, enz.). Ze hebben vaak speciale namen die beginnen met `/dev/` (in Linux/Unix-achtige systemen). Dit zijn bestanden in metaforische zin; het zijn geen gegevensbestanden in de traditionele zin van het woord.
* Mappen (mappen): De hoofdmap bevat bijna altijd submappen. Deze organiseren de bestanden en applicaties van het systeem (bijvoorbeeld `/usr` of `/home` in Linux, `Program Files` in Windows). Dit zijn geen bestanden, maar ze bevinden zich op het eerste niveau.
Kortom, u vindt een mix van configuratiebestanden, essentiële systeembestanden en cruciale mappen direct onder de hoofdmap. De details zijn sterk afhankelijk van het besturingssysteem. |