De materialen die nodig zijn voor de installatie van software variëren sterk, afhankelijk van het type software (applicatie, besturingssysteem, driver, enz.), het platform (Windows, macOS, Linux, enz.) en de installatiemethode (installatieprogramma, handmatige compilatie van de broncode, enz.). We kunnen de benodigdheden echter onderverdelen in:
1. De software zelf: Dit is de meest voor de hand liggende vereiste. Dit kan zijn:
* Een installatiebestand: Dit is meestal een uitvoerbaar bestand (.exe voor Windows, .dmg voor macOS, .deb of .rpm voor sommige Linux-distributies) dat het installatieproces begeleidt.
* Broncode: Voor sommige software, vooral open-sourceprojecten, heb je mogelijk de broncode nodig en moet je deze zelf compileren. Hiervoor zijn extra tools en kennis nodig.
* Een set bestanden: Sommige eenvoudigere software kan bestaan uit een reeks bestanden die naar een specifieke map moeten worden gekopieerd.
2. Hardwarebronnen:
* Voldoende opslagruimte: De software heeft een bepaalde hoeveelheid schijfruimte nodig voor installatie en bediening. Dit omvat de softwarebestanden zelf, tijdelijke bestanden die tijdens de installatie zijn gemaakt en ruimte voor gegevens die door de software worden gegenereerd.
* Voldoende RAM: Installatieprocessen vereisen vaak een aanzienlijke hoeveelheid RAM (Random Access Memory). Complexere software heeft meer RAM nodig.
* Processor (CPU): Het installatieproces, vooral voor het compileren vanaf de broncode, vereist verwerkingskracht.
3. Softwarevereisten/afhankelijkheden:
* Besturingssysteem: De software moet compatibel zijn met uw besturingssysteem. Windows-software werkt niet op macOS en omgekeerd.
* Runtime-omgevingen: Sommige software is afhankelijk van specifieke runtime-omgevingen zoals Java Runtime Environment (JRE), .NET Framework of Python. Deze moeten vooraf worden geïnstalleerd.
* Bibliotheken en raamwerken: Net als bij runtime-omgevingen zijn veel programma's afhankelijk van externe bibliotheken en raamwerken om te kunnen functioneren. Deze worden vaak automatisch geïnstalleerd door installateurs, maar vereisen soms een handmatige installatie.
* Stuurprogramma's: Voor specifieke hardwareapparaten zijn mogelijk specifieke stuurprogramma's vereist om correct met de software te kunnen functioneren. Voor een grafisch bewerkingsprogramma kan bijvoorbeeld een stuurprogramma voor een grafische kaart nodig zijn.
* Beheerdersrechten (vaak): Voor de meeste software-installaties zijn beheerders- of rootrechten vereist om bestanden naar systeemmappen te schrijven.
4. Installatiehulpmiddelen (afhankelijk van de methode):
* Installatieprogramma: Voor de meeste software is dit een vooraf gebouwd uitvoerbaar bestand.
* Compiler (indien gecompileerd vanuit de broncode): Als je installeert vanuit de broncode, heb je een compiler nodig (zoals GCC of Clang) en mogelijk andere buildtools zoals Make of CMake.
* Pakketbeheer (voor Linux): Linux-distributies gebruiken vaak pakketbeheerders zoals apt, yum of pacman om de installatie te vereenvoudigen.
5. Documentatie (nuttig, maar niet strikt vereist):
* Installatiehandleiding: Deze wordt vaak meegeleverd met de software en biedt stapsgewijze instructies voor het installeren van het programma.
* Systeemvereisten: Hierin worden de minimale hardware- en softwarevereisten gedocumenteerd die nodig zijn voor een succesvolle installatie en bediening.
Kortom, hoewel de software zelf het kernmateriaal is, hangt een succesvolle installatie vaak af van de aanwezigheid van de juiste hardware, een compatibel besturingssysteem en ondersteunende software, en mogelijk gespecialiseerde tools. De specifieke benodigdheden zullen drastisch variëren, afhankelijk van het individuele softwarepakket. |