Het installeren van software betekent het kopiëren van de bestanden van de software naar de harde schijf van uw computer en het configureren van de benodigde instellingen zodat de software correct kan worden uitgevoerd. Dit omvat meestal:
* Bestanden kopiëren: Het installateursprogramma verplaatst alle benodigde bestanden (programmacode, afbeeldingen, configuratiebestanden, enz.) Van de installatiebron (bijv. Een CD, DVD of download) naar een aangewezen locatie op uw harde schijf.
* registratie -ingangen maken (Windows): Op Windows Systems voegt het installatieprogramma informatie toe over de software aan het Windows -register, een database die instellingen en configuratie -informatie opslaat voor het besturingssysteem en applicaties.
* snelkoppelingen maken: Het installatieprogramma maakt meestal snelkoppelingen (pictogrammen) op uw bureaublad of in het map Start Menu (Windows) of Applications (MacOS) voor eenvoudige toegang tot de software.
* Machtigingen instellen: Het installatieprogramma kan bestandsmachtigingen configureren om ervoor te zorgen dat de software de nodige toegang heeft tot systeembronnen.
* Instellingen configureren: Het installatieprogramma biedt vaak opties om de instellingen van de software aan te passen, zoals installatielocatie, taal en functies.
Kortom, het installeren van software maakt het klaar voor gebruik op uw computer. Het proces varieert enigszins afhankelijk van het besturingssysteem (Windows, MacOS, Linux) en de software zelf, maar de kernprincipes blijven hetzelfde. |