Multimediakenmerken beschrijven de eigenschappen en kenmerken die multimedia-inhoud definiëren. Deze kenmerken kunnen op verschillende manieren worden gecategoriseerd, maar hier volgt een overzicht van de belangrijkste aspecten:
1. Zintuiglijke modaliteiten: Multimedia maakt gebruik van meerdere zintuigen, waardoor het zich onderscheidt van louter tekstuele of visuele inhoud. Belangrijke modaliteiten zijn onder meer:
* Visueel: Afbeeldingen, animaties, video. Kenmerken binnen deze modaliteit zijn onder meer kleur, resolutie, framesnelheid (voor video) en diepte.
* Auditief: Geluidseffecten, muziek, verhaal, spraak. Kenmerken omvatten frequentie, amplitude, bemonsteringssnelheid en bitdiepte.
* Haptisch: Aanraakgebaseerde feedback (minder gebruikelijk bij typische multimedia, maar steeds belangrijker bij interactieve ervaringen). Kenmerken zijn afhankelijk van de technologie, maar kunnen ook drukgevoeligheid en textuursimulatie omvatten.
* Tekstueel: Woorden, cijfers en symbolen. Kenmerken zijn onder meer lettertype, grootte en stijl.
2. Interactieve mogelijkheden: Dit onderscheidt multimedia van passieve vormen zoals een simpele film. Interactieve elementen zijn onder meer:
* Gebruikersbeheer: Mogelijkheid om te navigeren, opties te selecteren, te pauzeren, terug te spoelen en instellingen aan te passen.
* Feedbackmechanismen: Reacties op gebruikersacties, zoals veranderingen in het display of audio.
* Dynamische inhoud: Inhoud die verandert op basis van gebruikersinvoer of andere factoren.
3. Gegevenstypen en -formaten: De onderliggende digitale weergave van de multimedia-elementen:
* Afbeeldingen: JPEG, PNG, GIF, TIFF, enz.
* Audio: MP3, WAV, AAC, FLAC, enz.
* Video: MP4, MOV, AVI, enz.
* Tekst: TXT, HTML, XML, enz.
4. Structuur en organisatie: Hoe de verschillende elementen worden gecombineerd en gepresenteerd:
* Lineair: Inhoud stroomt in een vooraf bepaalde volgorde (bijvoorbeeld een eenvoudige video).
* Niet-lineair: Gebruiker kan vrij door de inhoud navigeren (bijvoorbeeld een website met hyperlinks).
* Hiërarchisch: De inhoud is op een gestructureerde manier georganiseerd, met hoofdonderwerpen en subonderwerpen (bijvoorbeeld een online cursus).
5. Tijdelijke kenmerken: Het op tijd gebaseerde karakter van de inhoud:
* Synchronisatie: Coördinatie van audio- en visuele elementen.
* Duur: De lengte van het multimediastuk.
* Realtime: Content direct geleverd en verwerkt.
6. Ruimtelijke kenmerken: De opstelling van elementen in de ruimte:
* Indeling: Hoe visuele elementen op het scherm worden gepositioneerd.
* Perspectief: Creëert een gevoel van diepte en afstand.
* Navigatie: Hoe de gebruiker door de ruimtelijke aspecten van de inhoud beweegt (bijvoorbeeld 3D-omgevingen).
Deze kenmerken overlappen elkaar vaak en werken op elkaar in. De specifieke combinatie van deze kenmerken bepaalt de algehele aard en impact van een multimedia-ervaring. Het begrijpen van deze aspecten is cruciaal voor het ontwerpen, ontwikkelen en evalueren van effectieve multimedia-inhoud. |