Verplaatsbare dynamische partities zijn een geheugenbeheerschema dat in besturingssystemen wordt gebruikt. In tegenstelling tot systemen met vaste partities waarbij het geheugen is opgedeeld in partities van statisch formaat, maken verplaatsbare dynamische partities het mogelijk dat partities een variabele grootte hebben en binnen het geheugen kunnen worden verplaatst (verplaatst). Dit biedt grotere flexibiliteit en efficiëntie bij het geheugengebruik dan vaste partities.
Hier volgt een overzicht van de belangrijkste kenmerken:
* Dynamische maatvoering: Partities worden indien nodig gemaakt en van grootte aangepast, op basis van de grootte van de programma's die worden geladen. Er is geen vooraf gedefinieerde partitiegrootte.
* Verhuizing: Partities kunnen binnen het fysieke geheugen worden verplaatst. Dit is van cruciaal belang omdat er fragmentatie (zowel intern als extern) kan optreden. Door partities te verplaatsen kan het besturingssysteem de vrije ruimte consolideren en de impact van fragmentatie verminderen.
* Geheugenverdichting: Om externe fragmentatie aan te pakken (waar er voldoende totaal vrij geheugen is, maar het is niet aaneengesloten), kan het besturingssysteem het geheugen comprimeren. Dit houdt in dat bestaande partities naar één uiteinde van het geheugen worden verplaatst, waardoor één groot blok aaneengesloten vrije ruimte ontstaat. Verplaatsbaarheid is essentieel voor verdichting.
* Verbeterd geheugengebruik: Vergeleken met vaste partities leidt verplaatsbare dynamische partities over het algemeen tot een beter geheugengebruik, omdat het zich aanpast aan variërende programmagroottes en verspilling van ruimte vermijdt in partities van vaste grootte die mogelijk gedeeltelijk worden gebruikt.
* Complexer beheer: Het beheer van verplaatsbare dynamische partities is aanzienlijk complexer dan vaste partities. Het besturingssysteem moet partitiegroottes, locaties en vrije ruimte bijhouden en algoritmen implementeren voor verplaatsing en compactie. Dit voegt overhead toe.
Hoe het werkt (algemeen):
Het besturingssysteem houdt een vrije lijst of een bitmap bij die de beschikbare geheugenruimte bijhoudt. Wanneer een proces geheugen vraagt, zoekt het besturingssysteem naar een voldoende grote vrije ruimte. Als er een geschikte ruimte wordt gevonden, wordt het geheugen aan het proces toegewezen. Als verplaatsing mogelijk is, kan het besturingssysteem indien nodig bestaande partities verplaatsen om een aaneengesloten blok te creëren. Wanneer een proces eindigt, wordt het geheugen ervan vrijgegeven en wordt het weer toegevoegd aan de vrije lijst.
Vergelijking met andere geheugenbeheerschema's:
* Vaste partities: Eenvoudiger te beheren, maar lijdt onder interne en externe fragmentatie.
* Paging: Verdeelt het geheugen in pagina's met een vast formaat en verwerkt het in pagina's; pakt externe fragmentatie aan door niet-aaneengesloten geheugentoewijzing toe te staan.
* Segmentatie: Verdeelt het geheugen in segmenten van variabele grootte; pakt interne fragmentatie aan door alleen het noodzakelijke geheugen toe te wijzen.
Verplaatsbare dynamische partities vertegenwoordigen een stap in de richting van efficiënter geheugenbeheer vergeleken met vaste partities, maar zijn minder geavanceerd dan paging of segmentatie. Het is een minder vaak voorkomend schema in moderne besturingssystemen, vaak vervangen door meer geavanceerde technieken zoals paging en virtueel geheugen. |