Een loopback-test, ook wel zelftest of lokale loopback genoemd, verifieert de functionaliteit van een netwerkinterfacekaart (NIC) of ander netwerkonderdeel *zonder* afhankelijk te zijn van externe netwerkverbindingen. De informatie die het biedt, is afhankelijk van het type loopback-test en de gebruikte tool, maar omvat over het algemeen:
* Functionaliteit van de hardware en stuurprogramma's van de NIC: Het bevestigt dat de fysieke en datalinklagen van de NIC correct werken. Dit omvat zaken als het ontvangen en verzenden van gegevens, het verwerken van verschillende frametypen en foutdetectie/correctie (indien van toepassing).
* Integriteit van de netwerkstack (software): Een succesvolle loopback bevestigt dat de netwerkprotocollen (bijvoorbeeld TCP/IP) en stuurprogramma's correct functioneren op besturingssysteemniveau. De gegevens worden lokaal verzonden en ontvangen, waarbij de softwarecomponenten die betrokken zijn bij netwerkcommunicatie worden getest.
* Bevestiging van correcte bekabeling (voor fysieke loopbacks): Een fysieke loopback verbindt de zend- en ontvangstpinnen op de NIC rechtstreeks, dus een succesvolle test verifieert ook dat deze verbindingen op de NIC goed werken.
* Detectie van hardware- of stuurprogrammaproblemen: Het mislukken van een loopback-test duidt sterk op een probleem met de NIC-hardware, de stuurprogramma's of de onderliggende netwerkstack van het besturingssysteem.
Kortom, een succesvolle loopback-test vertelt u dat de netwerkinterface zelf waarschijnlijk correct werkt. Een mislukte test wijst op een probleem *binnen* die interface, in plaats van op een breder netwerkprobleem. Het isoleert het probleem naar de lokale machine en de NIC. |