Vier belangrijke componenten van geluid zijn:
1. Frequentie: Dit bepaalt de toonhoogte van het geluid. Geluiden met een hogere frequentie worden als een hogere toon waargenomen, en geluiden met een lagere frequentie worden als een lagere toon waargenomen. Gemeten in Hertz (Hz).
2. Amplitude: Dit bepaalt de luidheid of intensiteit van het geluid. Geluiden met een hogere amplitude worden als luider ervaren. Gemeten in decibel (dB).
3. Timbre: Dit verwijst naar de kwaliteit of "kleur" van een geluid. Het is wat ons in staat stelt onderscheid te maken tussen twee geluiden met dezelfde toonhoogte en luidheid, zoals een viool en een klarinet die dezelfde noot spelen. De klankkleur wordt bepaald door de aanwezigheid en relatieve intensiteit van verschillende harmonischen (boventonen).
4. Duur: Dit is simpelweg hoe lang het geluid aanhoudt. |