Audioresolutie verwijst naar de precisie en details waarmee een audiosignaal wordt vastgelegd en gereproduceerd. Het is analoog aan beeldresolutie (pixels), maar dan voor geluid. Een hogere resolutie betekent meer details en een nauwkeurigere weergave van het originele geluid. Het wordt voornamelijk bepaald door twee factoren:
* Bitdiepte: Dit vertegenwoordigt het aantal bits dat wordt gebruikt om elk monster van de audiogolfvorm weer te geven. Elke bit verdubbelt het aantal mogelijke amplitudeniveaus. Een hogere bitdiepte (bijvoorbeeld 24-bit) zorgt voor een meer genuanceerde weergave van de stillere en luidere delen van de audio, wat resulteert in een groter dynamisch bereik en minder kwantiseringsruis (een soort vervorming). Gangbare bitdiepten zijn 16-bit, 24-bit en 32-bit.
* Voorbeeldtarief: Dit verwijst naar het aantal monsters dat per seconde wordt genomen, gemeten in Hertz (Hz). Een hogere bemonsteringsfrequentie (bijvoorbeeld 96 kHz of 192 kHz) legt meer datapunten van de audiogolfvorm per seconde vast, waardoor een nauwkeurige weergave van hogere frequenties mogelijk is. Gangbare samplefrequenties zijn 44,1 kHz (CD-kwaliteit), 48 kHz, 88,2 kHz, 96 kHz en 192 kHz.
Daarom wordt de audioresolutie vaak uitgedrukt als een combinatie van bitdiepte en bemonsteringsfrequentie, zoals "24-bit/96kHz". Een hogere bitdiepte en samplefrequentie leiden over het algemeen tot een hogere audioresolutie, wat resulteert in een helderder, gedetailleerder en nauwkeuriger geluid. Het is echter belangrijk op te merken dat het menselijk gehoor beperkingen heeft, en dat het hoorbare verschil tussen zeer hoge resoluties vaak subtiel is en afhangt van de kwaliteit van de apparatuur en de opname zelf. |