Er is geen eenduidige datum voor de uitvinding van de "audiospeler" zoals we die vandaag de dag begrijpen, omdat de ontwikkeling ervan een geleidelijk proces was dat veel innovaties met zich meebracht. Belangrijke mijlpalen zijn echter:
* Vroege grammofoons (eind jaren 1870): De fonograaf van Thomas Edison wordt beschouwd als een cruciale voorloper. Het kon geluid opnemen en afspelen, zij het op een zeer rudimentaire manier. Dit is misschien wel de vroegste vorm van een audiospeler.
* Gramofoons (begin 1900): De grammofoon van Emile Berliner verbeterde het ontwerp van Edison en gebruikte platte schijven in plaats van cilinders, wat leidde tot massaproductie en een grotere beschikbaarheid van opgenomen muziek.
* Cassettespelers (jaren 60): De ontwikkeling van draagbare cassettespelers bracht het afspelen van audio naar een veel breder publiek.
* CD-spelers (jaren 80): De compact disc-speler bood superieure geluidskwaliteit en gemak.
* MP3-spelers (eind jaren negentig): Digitale audiospelers zoals de MP3-speler zorgden voor een revolutie in het luisteren naar persoonlijke muziek, waardoor grote muziekbibliotheken op draagbare apparaten mogelijk werden.
Daarom is het onmogelijk om één uitvindingsdatum aan te wijzen. De "audiospeler" is gedurende meer dan een eeuw geëvolueerd door vele innovaties. |