int i =k% rijen; // Rij-index
int j =k / rijen; // Kolomindex
Systeem.uit.print(matrix[i][j] + " ");
als ((k + 1) % rijen ==0) {
Systeem.out.println(); // Nieuwe regel na elke kolom
}
}
}
public static void main(String[] args) {
int[][]matrix ={
{1, 2, 3},
{4, 5, 6},
{7, 8, 9}
};
System.out.println("Kolom-major traversal (efficiënt):");
traverseColumnMajorEfficient(matrix);
}
}
```
Dit levert dezelfde output op als methode 1. De efficiëntiewinst is merkbaarder bij aanzienlijk grotere matrices.
Belangrijke overwegingen:
* Rechthoekige matrices: Beide methoden gaan uit van een rechthoekige matrix (alle rijen hebben hetzelfde aantal kolommen). Je zult foutafhandeling moeten toevoegen (bijvoorbeeld door `matrix[i].length` voor elke rij aan te vinken) als je te maken hebt met matrices met onregelmatige vormen.
* Gekartelde arrays: Als je een onregelmatige array hebt (waarbij rijen een verschillend aantal kolommen hebben), zal de single-loop-aanpak (methode 2) niet direct werken. U zou het moeten aanpassen om het variërende aantal kolommen per rij te verwerken. Methode 1 zou gemakkelijker aan dit geval kunnen worden aangepast.
* Geheugenindeling: Terwijl je een matrix in hoofdvolgorde van kolommen kunt *doorkruisen*, worden de arrays van Java in het geheugen opgeslagen in rij-majeurvolgorde. Dit betekent dat het doorkruisen van hoofdkolommen niet zo cache-efficiënt zal zijn als het doorkruisen van rijen.
Kies de methode die het beste bij uw behoeften en de grootte van uw matrices past. In de meeste gevallen is Methode 1 gemakkelijker te begrijpen en te onderhouden, terwijl Methode 2 een prestatievoordeel kan opleveren voor extreem grote matrices. Vergeet niet om met potentiële uitzonderingen om te gaan, vooral bij onregelmatige matrices.