In Java is `String` een klasse, geen object. Een object is een instantie van een klasse. Wanneer we een letterlijke tekenreeks maken, zoals `"Hello World"`, maakt de Java-compiler automatisch een nieuw `String`-object en slaat de letterlijke waarde daarin op. De klasse `String` biedt veel handige methoden voor het manipuleren van tekenreeksen, zoals `length()`, `substring()`, `toUpperCase()` en `toLowerCase()`.
Hier is een voorbeeld van het maken van een `String`-object:
```java
String str ="Hallo wereld";
```
In dit voorbeeld is `str` een verwijzing naar een `String`-object dat de letterlijke waarde `"Hello World"` bevat. We kunnen de verwijzing `str` gebruiken om toegang te krijgen tot de methoden van de klasse `String`. We kunnen bijvoorbeeld de lengte van de string verkrijgen met behulp van de `length()` methode:
```java
int lengte =str.lengte();
```
De methode `length()` retourneert het aantal tekens in de string, in dit geval 11. |