Een Virtual Path Network (VPN) is geen enkele, goed gedefinieerde technologie zoals een specifiek protocol. In plaats daarvan is het een *logische* verbinding via een fysiek netwerk, vaak een Wide Area Network (WAN). Zie het als een virtuele ‘tunnel’ of een speciaal pad voor gegevens binnen een grotere netwerkinfrastructuur. Deze tunnel biedt een manier om netwerkverkeer efficiënter en veiliger te segmenteren en te beheren.
Hier is hoe het werkt:
1. Logische verbinding: Voor een VPN zijn geen speciale fysieke lijnen tussen locaties nodig. In plaats daarvan gebruikt het de bestaande netwerkinfrastructuur (zoals het openbare internet of een huurlijn) om een virtuele, logische verbinding te creëren. Deze verbinding wordt gedefinieerd door een reeks regels en parameters.
2. Pakketwisseling en routering: Gegevens worden nog steeds als pakketten verzonden, net als op elk ander netwerk. De VPN gebruikt echter routeringsprotocollen (zoals OSPF of BGP) om deze pakketten langs het aangewezen virtuele pad te leiden. De betrokken routers begrijpen de parameters van de VPN en zorgen ervoor dat pakketten binnen de ‘tunnel’ blijven.
3. Virtuele circuits: Veel VPN-implementaties creëren virtuele circuits. Deze circuits fungeren als speciale verbindingen, ook al delen ze onderliggende fysieke verbindingen. Dit zorgt voor gegarandeerde bandbreedte of Quality of Service (QoS) voor specifiek VPN-verkeer.
4. Inkapseling: Om het VPN-verkeer gescheiden en veilig te houden, worden pakketten vaak ingekapseld. Dit betekent dat het oorspronkelijke datapakket wordt verpakt in een ander "buiten" pakket dat VPN-specifieke informatie bevat, zoals routeringsinstructies en beveiligingsheaders. Op de plaats van bestemming wordt de inkapseling verwijderd.
5. Beveiliging: Hoewel VPN's niet inherent een beveiligingsfunctie zijn, worden ze vaak gebruikt in combinatie met beveiligingsmaatregelen zoals encryptie (bijvoorbeeld IPsec) en authenticatie om gegevens te beschermen die via het virtuele pad worden verzonden. Dit is van cruciaal belang wanneer het onderliggende netwerk (zoals internet) niet inherent veilig is.
6. Soorten VPN's: Verschillende technologieën kunnen VPN's creëren, zoals:
* MPLS VPN's (Multiprotocol Label Switching): Een veelgebruikt type dat MPLS-labels gebruikt om pakketten langs vooraf gedefinieerde paden door te sturen. Vaak gebruikt door telecommunicatiebedrijven en grote organisaties.
* Laag 2 VPN's (L2VPN's): Breid Layer 2-netwerken (zoals Ethernet LAN's) uit via een WAN. Ze creëren in wezen een virtueel LAN (VLAN) over een groot gebied.
* Laag 3 VPN's (L3VPN's): Werk op de netwerklaag (laag 3) en concentreer u op het routeren van IP-pakketten. IPsec wordt vaak gebruikt voor beveiliging in L3VPN's.
In het kort: Een VPN biedt een manier om speciale, beheerbare en vaak veilige verbindingen te creëren via een gedeelde netwerkinfrastructuur. Het scheidt uw verkeer op een logische manier, waardoor de efficiëntie, de veiligheid en het beheer worden verbeterd, zonder de kosten en complexiteit van speciale fysieke links voor elke verbinding. Het is een veelzijdige technologie die in verschillende contexten wordt gebruikt, van het verbinden van filialen tot het bieden van veilige toegang op afstand. |