Het veld Protocol in een IP-pakketheader specificeert het protocol op een hoger niveau dat is ingekapseld in de payload van het IP-datagram. Met andere woorden, het vertelt het ontvangende systeem welk protocol moet worden gebruikt om de gegevens in het IP-pakket te verwerken.
Bijvoorbeeld:
* 6 (TCP): De payload bevat een TCP-segment.
* 17 (UDP): De payload bevat een UDP-datagram.
* 1 (ICMP): De payload bevat een ICMP-bericht (bijvoorbeeld ping-antwoord, foutmelding).
* Diverse andere nummers: Vertegenwoordigt andere protocollen zoals IGMP (Internet Group Management Protocol), RSVP (Resource ReSerVation Protocol), enz.
In wezen fungeert het als een cruciale discriminator, waarbij het IP-pakket naar de juiste toepassing of dienst wordt geleid nadat het op zijn bestemming is aangekomen. Zonder dit veld zou het ontvangende systeem niet weten hoe het de gegevens moet interpreteren. |