Het protocol dat IP -adressen toewijst aan laag 2 -adressen (MAC -adressen) is Adresresolutie Protocol (ARP) .
Hier is hoe het werkt:
* Wanneer een apparaat gegevens naar een ander apparaat op hetzelfde netwerk moet verzenden, moet het eerst het MAC -adres van het bestemmingsapparaat kennen.
* ARP wordt gebruikt om het MAC -adres te ontdekken dat is gekoppeld aan een bepaald IP -adres.
* Het verzendapparaat zendt een ARP -verzoek uit naar alle apparaten op het netwerk en vraagt om het MAC -adres dat overeenkomt met het bestemmings -IP -adres.
* Het apparaat met het bijpassende IP -adres reageert met zijn MAC -adres.
* Het verzendapparaat gebruikt vervolgens het MAC -adres om de gegevens rechtstreeks naar het bestemmingsapparaat te verzenden.
ARP is een essentieel onderdeel van het netwerkcommunicatieproces en wordt door alle apparaten op een lokaal netwerk gebruikt om met elkaar te communiceren. |