De datalinklaag wordt geïmplementeerd met behulp van een combinatie van hardware en software .
* Hardware: De fysieke componenten zoals netwerkinterfacekaarten (NIC's) en de bijbehorende chips voeren cruciale datalinklaagfuncties uit, zoals:
* MAC-adresverwerking: De hardware van de NIC zorgt rechtstreeks voor de herkenning en filtering van MAC-adressen.
* Framecodering/decodering: Het fysiek coderen/decoderen van gegevens in bits gebeurt vaak in de hardware van de NIC.
* Foutdetectie: Sommige foutdetectiemechanismen (zoals CRC-controles) zijn voor snelheid in de hardware geïmplementeerd.
* Software: Software speelt een belangrijke rol in de datalinklaag en voert complexere taken uit, zoals:
* Protocollen op hoger niveau: Implementatie van protocollen zoals Ethernet, Wi-Fi (802.11) of PPP. Deze protocollen bepalen hoe gegevens worden ingekaderd, geadresseerd en op fouten worden gecontroleerd. Dit wordt afgehandeld door stuurprogramma's en componenten van het besturingssysteem.
* Logische linkcontrole (LLC): De LLC-sublaag (onderdeel van de datalinklaag) omvat vaak software die meerdere netwerkprotocollen via één fysieke link beheert.
* Foutafhandeling: Meer geavanceerde foutcorrectieschema's worden vaak in software geïmplementeerd.
* Stroomcontrole: Software beheert de gegevensstroom om netwerkcongestie te voorkomen.
* Adres: Hoewel het MAC-adres grotendeels hardwarematig is, kan software de adresresolutie (ARP, NDP) beheren.
Daarom is het niet juist om te zeggen dat de datalinklaag puur hardware of software is; het is een gezamenlijke inspanning tussen de twee. De hardware biedt de ruwe snelheid en efficiëntie voor basisbewerkingen, terwijl de software de meer complexe protocollen en het beheer afhandelt. |