De Netwerklaag (Laag 3, vaak geïmplementeerd als IP) is primair verantwoordelijk voor het gescheiden houden van gegevens uit verschillende applicaties op een netwerk. Terwijl andere lagen een bijdrage leveren, bereikt de netwerklaag deze scheiding door het gebruik van IP-adressen en routering. Elk pakket bevat een bron- en bestemmings-IP-adres, waardoor routers verkeer naar de juiste bestemming kunnen doorsturen, ongeacht de applicatie die de gegevens genereert. Dankzij dit adresserings- en routeringsmechanisme kunnen verschillende applicaties tegelijkertijd dezelfde netwerkinfrastructuur gebruiken zonder elkaar te hinderen. |