Netwerkapparaten zijn de hardwarecomponenten die communicatie en gegevensoverdracht via een netwerk mogelijk maken. Ze kunnen grofweg worden gecategoriseerd, hoewel sommige apparaten categorieën kunnen overlappen:
1. Eindapparaten: Dit zijn de apparaten waarmee gebruikers rechtstreeks communiceren.
* Computers (desktops, laptops, tablets): Dit zijn de primaire apparaten voor toegang tot en gebruik van netwerken.
* Smartphones: Mobiele apparaten die draadloos verbinding maken met netwerken.
* Smart TV's: Televisies met netwerkconnectiviteit voor het streamen van inhoud.
* IoT-apparaten: Een breed scala aan apparaten, zoals slimme huishoudelijke apparaten, wearables en industriële sensoren die verbinding maken met internet.
* Printers/scanners: Randapparaten die vaak verbinding maken met een netwerk voor gedeelde toegang.
* Gameconsoles: Apparaten die verbinding maken met netwerken voor online gamen.
2. Tussenapparaten: Deze apparaten verbinden eindapparaten en beheren het netwerkverkeer.
* Routers: Gegevenspakketten doorsturen tussen netwerken. Ze bepalen het beste pad voor gegevens om te reizen. Thuisrouters verbinden thuisnetwerken met internet. Routers in grotere netwerken zijn veel complexer.
* Schakelaars: Stuur datapakketten door binnen een lokaal netwerk (LAN) op basis van MAC-adressen. Ze leren welke apparaten op welke poorten zijn aangesloten.
* Hubs (nu minder gebruikelijk): Zend gegevens uit naar alle aangesloten apparaten. Minder efficiënt dan schakelaars.
* Bruggen: Verbind twee LAN's met elkaar. Ze filteren verkeer om alleen de noodzakelijke gegevens naar het bestemmings-LAN te sturen.
* Firewalls: Beheer de netwerktoegang door inkomend en uitgaand netwerkverkeer te filteren op basis van vooraf gedefinieerde regels.
* Loadbalancers: Verdeel het netwerkverkeer over meerdere servers om overbelasting te voorkomen en een hoge beschikbaarheid te garanderen.
* Netwerkadresvertalers (NAT's): Vertaal privé-IP-adressen naar openbare IP-adressen en omgekeerd, waardoor meerdere apparaten op een particulier netwerk één openbaar IP-adres kunnen delen.
3. Netwerkinfrastructuurapparaten: Dit zijn grootschalige apparaten die de ruggengraat vormen van grotere netwerken zoals het internet.
* Modems: Moduleer en demoduleer signalen om verbinding te maken met een netwerk (bijvoorbeeld kabelmodem, DSL-modem).
* Draadloze toegangspunten (WAP's): Zorg voor draadloze connectiviteit met apparaten binnen een LAN.
* Repeaters: Vergroot het bereik van een draadloos netwerk.
* Draadloze controllers: Beheer meerdere WAP's in een groter draadloos netwerk.
Dit is geen uitputtende lijst en er bestaan veel gespecialiseerde apparaten voor specifieke netwerktoepassingen. De soorten apparaten die worden gebruikt, variëren aanzienlijk, afhankelijk van de grootte en complexiteit van het netwerk. |