Er is geen eenduidig antwoord op de vraag "Hoeveel gnoes zijn er?" Het is een vraag die een specifieke bron vereist om te beantwoorden, aangezien de gnoe-populatie fluctueert en varieert afhankelijk van de soort en de locatie. Er is geen universeel overeengekomen, voortdurend bijgewerkte telling.
Daarom zou een werkblad waarin deze vraag wordt gesteld waarschijnlijk gericht zijn op:
* Schatting en benadering: Het werkblad kan aanwijzingen of gegevens bevatten waarmee een leerling de gnoe-populatie kan *schatten*. Het "antwoord" zou dan een redelijke schatting zijn, gebaseerd op de gegeven informatie.
* Gegevensinterpretatie: Het werkblad kan gegevens in grafieken of tabellen weergeven, waarbij leerlingen de gegevens moeten interpreteren om het antwoord te vinden.
* Problemen oplossen: De vraag kan deel uitmaken van een groter probleem dat berekeningen of andere stappen vereist om een gerelateerd getal over gnus te vinden.
Om het antwoord op *uw* werkblad te krijgen, moet u de informatie opgeven die in het werkblad zelf staat . |