Excel biedt verschillende manieren om het bereik en de hoogste waarde binnen een gegevensset te vinden. Hier leest u hoe u formules gebruikt:
1. Het bereik vinden:
Het bereik is het verschil tussen de hoogste en laagste waarden. We kunnen dit berekenen met behulp van de functies `MAX` en `MIN`:
* Formule: `=MAX(bereik) - MIN(bereik)`
Vervang `"bereik"` door het daadwerkelijke celbereik dat uw gegevens bevat (bijvoorbeeld `"A1:A10`).
*Voorbeeld:* Als uw getallen in de cellen A1 tot en met A5 staan, is de formule `=MAX(A1:A5) - MIN(A1:A5)`
2. De hoogste waarde vinden:
Dit is een eenvoudige taak met behulp van de `MAX`-functie:
* Formule: `=MAX(bereik)`
Vervang `"bereik"` opnieuw door het celbereik van uw gegevens (bijvoorbeeld ``A1:A10`).
*Voorbeeld:* Om de hoogste waarde in de cellen B2 tot en met B10 te vinden, is de formule `=MAX(B2:B10)`
Beide combineren in één handeling (minder efficiënt maar mogelijk):
Hoewel u bereik en max afzonderlijk kunt berekenen voor een betere leesbaarheid, kunt u technisch gezien de MAX- en MIN-functies rechtstreeks insluiten:
* Formule (om zowel het bereik als het maximum weer te geven): `="Bereik:"&(MAX(A1:A10)-MIN(A1:A10))&", Max:"&MAX(A1:A10)`
Deze formule voegt tekst ("Bereik:", ", Max:") samen met het berekende bereik en de maximale waarde. Dit is echter niet gemakkelijk bruikbaar voor verdere berekeningen. Het is beter om ze gescheiden te houden.
Voorbeeld in de praktijk:
Stel dat u de volgende gegevens in kolom A heeft:
```
10
5
15
20
8
```
* Om het bereik te vinden: `=MAX(A1:A5) - MIN(A1:A5)` (Resultaat:15)
* Om de hoogste waarde te vinden: `=MAX(A1:A5)` (Resultaat:20)
Vergeet niet om het celbereik aan te passen zodat het overeenkomt met de locatie van uw gegevens in het spreadsheet. |