Wanneer u numerieke gegevens in een cel invoert, herkent Excel de waarden als cijfers en formaten ze gebaseerd op de opmaak van de cel.
Hier is een uitsplitsing:
* Nummers: Excel begrijpt de gegevens als numerieke waarden, wat betekent dat het berekeningen en bewerkingen erop kan uitvoeren.
* formaten: De opmaak bepaalt hoe het nummer in de cel wordt weergegeven. Veel voorkomende formaten zijn:
* Algemeen: Dit is het standaardformaat, dat het nummer weergeeft zoals het is ingevoerd.
* Nummer: Met dit formaat kunt u het aantal decimale plaatsen regelen.
* valuta: Toont het nummer met een valutasymbool.
* Percentage: Geeft het aantal als een percentage weer.
* wetenschappelijk: Vertoont zeer grote of zeer kleine aantallen in wetenschappelijke notatie.
* Datum: Geeft het nummer weer als een datum.
* tijd: Geeft het nummer weer als een tijd.
Als u bijvoorbeeld "12345" in een cel typt, herkent Excel het als een nummer. Als de cel wordt opgemaakt als "algemeen", wordt deze weergegeven als "12345." Als de cel echter wordt opgemaakt als "valuta", kan deze worden weergegeven als "$ 12,345,00."
Belangrijk: Hoewel Excel een waarde als een getal herkent, wordt deze misschien niet altijd weergegeven in een numeriek formaat. Dit komt omdat de opmaak van de cel het standaardnummerweergave kan overschrijven. |