MCA Vorig Jaarpaper van RTU Kota
Sectie A
1. Kies het juiste antwoord uit de gegeven opties:
a) Wat is de volledige vorm van MCA?
i) Master in computertoepassingen
ii) Master in de computerkunst
iii) Master in computerbeheer
iv) Master in de computerwetenschappen
b) Welke programmeertaal wordt gebruikt om Android-applicaties te ontwikkelen?
ik) Java
ii) Python
iii) C++
iv) C#
c) Wat is het doel van een databasebeheersysteem (DBMS)?
i) Om gegevens te beheren en te organiseren
ii) Om websites te maken
iii) Het ontwikkelen van softwareapplicaties
iv) Om e-mails te verzenden
d) Welke van de volgende is een webbrowser?
ik) Google Chrome
ii) Microsoft Word
iii) Adobe Photoshop
iv) Tally ERP 9
e) Wat is de term die wordt gebruikt voor het verbinden van twee of meer computers?
i) Netwerken
ii) Programmering
iii) Datamining
iv) Cloudcomputing
2. Vul de lege plekken in met de juiste woorden:
a) De eerste generatie computers maakte gebruik van ________ technologie.
b) Het proces van het omzetten van analoge signalen in digitale signalen staat bekend als ________.
c) Het ________-apparaat is verantwoordelijk voor het controleren en beheren van de gegevensstroom en instructies in een computersysteem.
d) ________ is een soort software waarmee gebruikers presentaties kunnen maken.
e) ________ is een computertaal die wordt gebruikt voor het ontwikkelen van webpagina's.
3. Zorg ervoor dat de volgende termen overeenkomen met hun beschrijving:
a) Compilatieprogramma
b) Tolk
c) Besturingssysteem
d) Algoritme
e) GUI
i) Een programma dat programmeertaal op hoog niveau vertaalt naar machinecode.
ii) Software die de hardware en softwarebronnen van een computer beheert.
iii) Een stapsgewijze procedure voor het oplossen van een rekenprobleem.
iv) Een gebruikersinterface waarmee gebruikers kunnen communiceren met een computer met behulp van grafische elementen.
v) Een programma dat instructies die in een programmeertaal zijn geschreven regel voor regel uitvoert.
Deel B
4. Beantwoord de volgende vragen:
a) Leg de verschillende soorten computernetwerken uit.
b) Bespreek de voor- en nadelen van het gebruik van een DBMS.
c) Schrijf een programma in Java om de faculteit van een bepaald getal te vinden.
d) Beschrijf de werking van een webbrowser.
e) Vergelijk en contrasteer de kenmerken van twee populaire programmeertalen, Python en Java.
5. Schrijf korte aantekeningen over het volgende:
a) Soorten besturingssystemen
b) Cloudcomputing
c) Datamining
d) Kunstmatige intelligentie
e) Ethische kwesties in computers
Deel C
6. Casestudy:
Een bedrijf heeft een database van zijn werknemers, die informatie bevat zoals werknemers-ID, naam, afdeling, salaris en contactgegevens. Het bedrijf wil een softwareapplicatie ontwikkelen waarmee geautoriseerde gebruikers personeelsgegevens efficiënt kunnen beheren en openen.
a) Identificeer de functionele vereisten voor de softwareapplicatie.
b) Ontwerp een gebruiksvriendelijke interface voor de softwareapplicatie.
c) Implementeer de softwareapplicatie met behulp van een geschikte programmeertaal en databasebeheersysteem.
d) Test de softwareapplicatie om er zeker van te zijn dat deze aan de functionele eisen voldoet.
e) Implementeer de softwareapplicatie op het bedrijfsnetwerk en geef training aan geautoriseerde gebruikers. |