BCA 1e jaar modelvragenformulier (semester 1)
Universiteit van Karnataka, Dharwad
Cursuscode: BCA 101
Cursusnaam: Grondbeginselen van computerwetenschappen
Instructies:
* Het vragenformulier bestaat uit twee delen:deel I en deel II.
*Deel I bestaat uit meerkeuzevragen (MCQ's). Elke vraag levert 1 punt op.
*Deel II bestaat uit beschrijvende vragen. Elke vraag levert 5 punten op.
* Schrijf uw antwoorden leesbaar en netjes op.
Deel I:Meerkeuzevragen (MCQ's)
Kies bij elke vraag het juiste antwoord uit de gegeven opties.
1. Wat is de volledige vorm van de CPU?
a) Controleverwerkingseenheid
b) Centrale verwerkingseenheid
c) Besturingsprogramma-eenheid
d) Centrale Programmeereenheid
2. Welke van de volgende is geen primair geheugen?
a) RAM-geheugen
b) ROM
c) Harde schijf
d) Cachegeheugen
3. Wat is het binaire equivalent van het decimale getal 13?
a) 1101
b) 1010
c) 1100
d) 1001
4. Wat is het doel van een besturingssysteem?
a) Om hardware- en softwarebronnen te beheren
b) Het verschaffen van een gebruikersinterface
c) Om applicaties uit te voeren
d) Om gegevens op te slaan
5. Welke programmeertaal wordt voornamelijk gebruikt voor webontwikkeling?
a) C
b) C++
c) Python
d) JavaScript
6. Wat is de term die wordt gebruikt om de structuur en organisatie van gegevens op een opslagapparaat te beschrijven?
a) Bestandsstructuur
b) Bestandsorganisatie
c) Bestandssysteem
d) Bestandshiërarchie
7. Hoe wordt het proces van het omzetten van een analoog signaal naar een digitaal signaal genoemd?
a) Codering
b) Decodering
c) Modulatie
d) Demodulatie
8. Welke van de volgende is geen computernetwerk?
a) LAN
b) WAN
c) MENS
d) KAN
9. Wat is de term die wordt gebruikt om het unieke adres te beschrijven dat is toegewezen aan elk apparaat dat op een netwerk is aangesloten?
a) IP-adres
b) MAC-adres
c) Hostnaam
d) Domeinnaam
10. Wat is het doel van een router?
a) Om computers binnen een netwerk te verbinden
b) Om netwerken met internet te verbinden
c) Om de gegevensstroom in een netwerk te controleren
d) Om beveiliging aan een netwerk te bieden
Deel II:Beschrijvende vragen
Beantwoord de volgende beschrijvende vragen in detail.
1. Leg de basisstructuur en componenten van een computersysteem uit.
2. Bespreek de verschillende soorten besturingssystemen en hun belangrijkste kenmerken.
3. Beschrijf de basisconcepten van programmeren en de stappen die betrokken zijn bij het ontwikkelen van een programma.
4. Leg de verschillende soorten datastructuren en hun toepassingen uit.
5. Schrijf een kort essay over de impact van computers en technologie op de samenleving. |